Toon Mijn liefde, aan de ander, dien de ander, zo heb Ik ook jou liefgehad. Heb elkaar lief, wat er ook gebeurt, dien de ander, zo heb Ik ook jou liefgehad. – Opwekking 705
Het was een bonte verzameling die woensdagmorgen: er waren rond de twintig dakloze en verslaafde mannen, elk met hun eigen achtergrond vol pijn, verdriet en verkeerde keuzes, twee van onze tieners die thuis geen thuis hebben en er buiten vallen, een van de mannen die een poos bij ons woonde en nu zijn eigen huisje heeft, maar eenzaam is, het team van de missie en alle kinderen van de families die hier wonen, een oudere dame die al met pensioen is, maar zeker deel uitmaakt van onze gemeenschap, twee andere vrouwen die bij ons wonen met de kinderen. Het klinkt als een groep die je misschien niet zou uitkiezen om lunch mee te eten en al helemaal niet op Eerste Kerstdag. Toch deden we dat wel. Het was een bijzonder samenzijn. We vieren Kerst hier niet uitgebreid met een dienst en alle traditionele dingen die erbij horen. Het is belangrijk voor ons om aan de mensen die bij ons wonen te laten zien dat we hen liefhebben en dat ze ook deel uitmaken van onze gemeenschap. We hebben samen een braai, een Zuid-Afrikaanse BBQ, en doen spelletjes, kletsen samen en de mannen die bij ons wonen krijgen een cadeautje en we spreken hen persoonlijke en bemoedigende woorden toe. Niets heel bijzonders zou je zeggen, maar voor sommigen van hen betekent het zoveel. Sommigen hadden tranen in hun ogen toen we hen toespraken en iets gaven. Een van hen zei dat het voor het eerst in jaren was dat iemand hem een persoonlijk cadeautje gaf en wat bemoedigends zei. Deze mannen komen van de straat en sommigen komen vanaf huis en familie, maar vrijwel alle situaties waar ze vandaan komen zijn heel slecht. Gebroken families, drugs en alcoholverslavingen, mishandeling, sommigen hebben in de gevangenis gezeten en noem maar op. Voor hen is Kerst vaak een tijd van slechte herinneringen en geconfronteerd worden met wat ze verloren hebben. Ze dealen er vaak allemaal op een verschillende manier mee, maar het was bijzonder om te zien dat een aantal het zo waardeerde dat we hen op een persoonlijke manier toespraken of bijvoorbeeld dat we de keuken hadden versierd voor het kerstontbijt. Twee van onze tieners hadden de hele vakantie bij ons gewerkt. Elke dag kwamen ze trouw helpen in de tuin en in de keuken. Dat was echt bijzonder! We gaven hen elke dag een voedselpakket voor de familie thuis, maar dat is niet het belangrijkste voor hen. Ze willen graag ergens bij horen en op een veilige plek zijn. Hun families zijn niet de beste families helaas en er zijn veel problemen. We besloten hen ook uit te nodigen voor de lunch. Dat werd erg gewaardeerd en het raakte me toen ik zag hoe erg ze ervan genoten om bij ons te zijn, samen spelletjes te doen en te eten. Voor mij maken ze ook soort van deel uit van onze Melusi familie. Het was bijzonder om te zien dat we als zo’n verschillende groep één kunnen zijn en samen Kerst kunnen vieren. Misschien niet zozeer Kerst vieren, maar vieren wat Jezus ons heeft geleerd: ‘Toon Mijn liefde aan de ander!’ En soms is dat weleens een uitdaging. Soms heb je even geen zin om al die dakloze mannen weer te zien en te helpen of om weer aandacht te geven aan een van de tieners of om alweer te koken en zoveel eten klaar te maken. Maar dit samenzijn bepaalde me er weer bij wat een zegen we hebben dat we als gemeenschap samen kunnen leven. Het bepaalde me bij de liefde van Jezus en dat dat mijn verlangen is: Hem dienen en Zijn liefde uitdelen. Ook al betekent dat weer geduld hebben met mensen, nog meer eten koken en dienen wanneer ik misschien even geen zin heb. Ik hoop dat we dat ook in dit nieuwe jaar kunnen doen als team in Melusi. Samen Jezus dienen en Zijn liefde uitdelen. Dan wordt het stil in de wereld en gaan mensen zien wie Jezus is. ‘In de wereld wordt het stil, als wij doen wat Jezus wil en gaan dienen als een knecht, zoals Hij ons heeft gezegd, Hij zei: 'Dit is wat Ik wil dat jullie doen, dit is waarom Ik bij jullie neerkniel, dit is hoe Mijn kerk behoort te zijn, dit is wat de wereld ziet van Mij als je Mij gaat volgen.’ – Opwekking 705 Doen jullie ook mee? Ieder op zijn eigen plekje?
0 Comments
Het bereikte zelfs het Nederlandse nieuws: de loadshedding in Zuid-Afrika. Nu zul je zeggen: ‘Wat is dat?’ In Nederland kunnen we ons daar niets bij voorstellen. Het betekent simpelweg dat enkele uren per dag de stroom wordt afgesloten. Niet omdat we niet betalen of problemen hebben op de missie, nee, het hele land heeft deze zogenaamde ‘loadshedding’. Het bedrijf dat namens de overheid Zuid-Afrika van stroom voorziet, zit in grote problemen. Er worden allerlei excuses naar buiten gebracht, maar we weten dat deze niet het echte probleem zijn. Het echte probleem is het wanbeleid en de corruptieschandalen die Zuid-Afrika al voor langere tijd teisteren. Dat zorgt ervoor dat er geen beleid is en er geen onderhoud is aan de elektriciteit.
Helaas is dit slechts het topje van de ijsberg. Een paar uur zonder elektriciteit is wel te overleven. Dat klopt, maar dit heeft grote gevolgen. De economie wordt er niet beter van en de Rand wordt steeds minder waard. Daarnaast is het, vooral als het ’s avonds is, heel onveilig. Daar merken we op de missie ook van. Niets is meer veilig ’s nachts: tuinstoelen, tuinslang, de groenten in onze tuin en zelfs de buitenkranen. Alles wordt gestolen. Het was bijna elke nacht raak. Helaas niet alleen als er loadshedding is en het donker is, maar ook op andere dagen. Het gebeurde zo vaak, dat we nu elke nacht twee van onze mannen die we opvangen als bewaking hebben rondlopen. Dat helpt gelukkig wel een beetje, maar ons terrein is zo groot dat niet alles te voorkomen valt. Het is een trieste zaak. Natuurlijk wordt je boos als je merkt dat spullen zijn verdwenen en al helemaal als ze de kranen eraf trekken en het een groot zwembad is als je wakker wordt. Maar het trieste is dat deze diefstallen toenemen door een reden. Er zijn meer en meer drugsverslaafden. Deze jongeren hebben elke paar uur drugs nodig en ze hebben geen geld. Dus alles wat ze kunnen meenemen en voor een paar Rand kunnen verkopen helpt al. Daarom stelen ze alles wat buiten blijft liggen. Niet alleen op ons terrein, maar ook in de township gebeurt het heel veel. Door een aantal donaties is het mogelijk om een groot hek te bouwen rondom de missie. Daar zijn we dankbaar voor. We hebben nu ook een hek, maar het is niet sterk genoeg. Dus we hopen dat het nieuwe hek ongewenste bezoekers tegen zal houden. Tegelijkertijd weten we natuurlijk dat dit de oplossing niet is en we kunnen ook niet iedereen redden. Deze zaken bepalen ons bij de werkelijkheid in Zuid-Afrika op dit moment. Natuurlijk hebben deze jongeren een verantwoordelijkheid en valt het niet goed te praten wat ze doen. Natuurlijk heeft de energiemaatschappij de verantwoordelijkheid om deze zaken op te lossen. Maar aan de andere kant zijn er zoveel diepere problemen. Zuid-Afrika is in een crisis. Meer en meer komen we erachter hoe groot de problemen eigenlijk zijn. Er is zoveel corruptie en overheidsinstanties functioneren niet zoals ze behoren te functioneren. De wachtlijsten in de ziekenhuizen zijn zo lang dat mensen overlijden voordat ze hulp krijgen. De politie komt niet opdagen als je hen belt voor een noodgeval. Er zijn nauwelijks afkickklinieken en instellingen voor gehandicapte en psychisch zieke mensen. Als we een misbruiksituatie melden bij de maatschappelijk werkers komt er niemand die de zaak gaat bekijken en naar de familie gaat om te checken wat er aan de hand is. We hebben vaak geen water in de kraan. De elektriciteit is er nu ook vaak af. Het is zo onveilig en de kranten staan vol met verhalen over misdaden die je liever niet wilt lezen. Het is bijna normaal geworden om iemand te vermoorden als je ruzie hebt. De mensen die het meeste slachtoffer zijn van al dit onrecht, zijn de mensen die al zo weinig hebben en geen kansen krijgen op een beter leven. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is heftig en het kan je overweldigen als je er lang over na denkt. Het maakt me verdrietig, want ik hou van dit land en de mensen die er wonen. Het is een prachtig land en het heeft zoveel rijkdommen. Tegelijkertijd is dit de werkelijkheid. Het doet me verlangen naar de dag dat Jezus terug komt en waar Hij recht zal doen aan al deze zaken en alles nieuw zal zijn. Wat een feest zal dat zijn! Maar het geeft me ook nog meer motivatie om Zijn licht te laten schijnen in de duisternis. Het brengt me op mijn knieën om te bidden voor dit land en haar inwoners. Bidden jullie mee voor Zuid-Afrika? We hebben het zo hard nodig! Lees hier meer op de website van NOS. Klein. Is dat niet vaak hoe we kinderen zien? Ze zijn niet zo belangrijk in de grote-mensen-wereld en hebben niet veel te zeggen. Ook weten ze nog niet alles. Jezus leert ons iets anders: Zijn koninkrijk behoort aan kinderen toe en kinderen zijn heel belangrijk voor Hem. Wie de grootste wil zijn in Zijn Koninkrijk moet worden als een kind. In Melusi hebben we veel te doen met kinderen. We hebben bijna elke dag kinderen over de vloer of gaan naar hen toe om kinderclub te doen en tienerbijbelstudie.
Zo ontmoette ik ook Nompilo en Nomfundo. Ik ken hen al sinds ik op Melusi kwam vier en een half jaar geleden. Ze wonen in een van de armste gebieden in Dundee en hebben niks. Ze wonen in een krot en het is altijd een rommel. Hun moeder overleed een paar jaar geleden en hun vader drinkt altijd. Ze hebben een oudere zus en twee kleine broertjes. Deze meiden groeien op in een familie zonder liefde en vol misbruik. Hun oudere zus heeft nu een vriendje en is zwanger geworden. Het is een trieste situatie. Het breekt mijn hart als ik aan hen denk en als ik zie waar ze vandaan komen. Ze kennen geen echte liefde. Toch komen ze trouw naar onze kidsclub. Elke donderdagmiddag zijn ze er weer. Zo ook de donderdagmiddag dat we hen uitnodigden voor het meidenkamp. En de vrijdag erna waren ze op de missie. Een weekend lang hadden we niet alleen Nompilo en Nomfundo hier, maar ook nog 58 andere meiden. Ze konden heel veel herrie samen maken! Iedereen op de missie wist dat ze er waren. Het was mooi om te zien hoe deze meiden genoten van het kamp. Twee nachten bleven ze slapen. Dat alleen al is zo bijzonder voor hen: een eigen bed en een douche. Ik geniet altijd van de momenten tijdens het kamp als ik de meiden in bed ga stoppen. Dat is een hele missie, maar het is zo goed om te zien hoeveel lol ze hebben en hoe erg ze ervan genieten. Tijdens de dagen doen we verschillende activiteiten: veel spelletjes, knutselen, drama en verhaal, kleine groepjes om over het onderwerp van het kamp te praten en noem maar op. Het is voor ons als team een weekend hard werken, maar het is zo de moeite waard als je de glimlach op hun gezichten ziet en ze ziet genieten. Dit weekend spraken we erover dat Jezus het licht van de wereld is en ook over hoe zij ook een lichtje kunnen zijn in hun omgeving. In de kleine groepjes konden ze zoveel nare dingen opnoemen die in hun omgeving gebeuren. Er is zoveel duisternis. Maar we spraken ook over dat Jezus het licht van de wereld is en het licht wil zijn in hun situatie. Wat me opviel tijdens het kamp is hoe je aan deze meiden kan zien dat ze moeten vechten om te overleven en hoe erg ze beschadigd zijn. Met simpele spelletjes die we doen, werd ik er weer bij stil gezet. Als ze iets kunnen pakken zoals een snoepje of iets dergelijks, is het niet eentje, maar pakken ze gelijk een hele hand. Luisteren naar regels is iets wat ze totaal niet kennen. Als we drinken uitdelen willen ze allemaal voordringen, omdat ze bang zijn dat er niet genoeg is. Als er een meningsverschil is, beginnen ze soms zomaar te vechten. Soms maakt dat me ineens weer zo verdrietig. Deze kinderen komen zoveel tekort en kennen geen echte zorg. Ze weten niet beter dan dat ze moeten overleven en voor zichzelf moeten opkomen. Toch was ik erg blij dat Nompilo en Nomfundo bij het kamp waren. En met hen al die andere meiden, want velen komen uit eenzelfde situatie. We hopen en bidden dat ze iets zullen onthouden van de liefde die we hen gegeven hebben en vooral van de liefde van God. Bidden jullie mee voor deze kwetsbare meiden? Dat Jezus’ liefde in hun harten blijft en dat dat hen zal veranderen? Maar ook dat God hun situaties thuis zal veranderen? Het klinkt voor ons misschien als onmogelijk, maar voor God is alles mogelijk! Voor Hem zijn kinderen zo belangrijk en zijn ze niet klein, maar een grote prioriteit! ‘Siyakudumisa, siyakudumisa!’ Dat betekent: wij prijzen U, wij prijzen U! Een goed begin van mijn dag. Als ik ’s morgens mijn ontbijt op de bank eet, hoor ik ze vaak al zingen. Vol overgave en vooral heel hard! Het brengt een lach op mijn gezicht.
Het zijn de vrouwen en een enkele man die bij ons in de tuin, op het kantoor en in de keuken werken. Om half acht in de morgen verzamelen ze. Samen zingen ze en lezen ze uit de bijbel. Mijn collega Bonginkosi vertelt vaak wat en legt het bijbelgedeelte uit. Soms houdt hij een heuse preek. Het is bijzonder om te merken hoe geïnteresseerd deze mensen zijn. Ze willen graag meer weten en kunnen zo in hun eigen taal lezen en uit de bijbel horen. Daarna begint de werkmorgen. Twee van de vrouwen maken altijd ons kantoor schoon. Ze komen allemaal uit de sloppenwijk en hebben het niet breed. Een van hen is mama Thembi. Ze woont samen met haar dochter en zwaar gehandicapte kleindochter in een klein huisje. Haar leven is zwaar en toch komt ze trouw om te werken. Twee andere vrouwen werken met mij in de keuken. Elke werkdag komen ze trouw. Wat zijn ze een zegen voor mij! Mama Nomusa en mama Sylvia helpen hard mee: groenten snijden, schoonmaken, afwassen, koken en de tafel dekken. Ze kunnen zo hard werken! Het is bijzonder om te merken wat een band we samen hebben opgebouwd. Ik vind het gaaf dat het meer dan werken is en meer dan een voedselpakket dat ze krijgen aan het einde van de morgen. Met deze twee vrouwen heb ik echt een relatie. We kunnen over van alles praten. Ze komen met verhalen over wat ze hebben meegemaakt en geloof me: hun leven is niet makkelijk! Soms hebben we zomaar een goed gesprek en lezen we wat de bijbel zegt over de vraag die ze hebben. We kunnen ook hard samen lachen en grappen maken! Mama Nomusa was een traditionele genezeres en zij is door Jezus op een wonderlijke manier gered (zie hier de blog van toen: www.geanneinafrika.nl/blog/archives/07-2017). Ook mama Sylvia heeft een heel levensverhaal. Door hun werk hier krijgen ze niet alleen maar eten, maar hebben ze een veilige omgeving om te groeien in hun geloof en vragen te stellen. Het geeft me vaak een glimlach op mijn gezicht als ik denk aan onze gesprekken en de bijzondere uren die we samen hebben in de keuken. Ik leer hen dingen en kan dingen met hen delen en zij leren mij op hun beurt ook heel veel. Het meeste van mijn kennis van Zulu komt door deze twee helden! De andere vrouwen en mannen werken in onze groentetuin. We hebben een groot perceel met allerlei groenten en dat betekent veel werk: zaaien, onkruid wieden, oogsten. Ze helpen met alles mee en ze werken hard. We hebben zelfs een oma van tachtig die trouw komt werken en het hele eind loopt naar de missie voor het voedselpakket. Ik heb diep respect voor haar! Ook voor hen is het meer dan alleen werken. Veel van deze vrouwen hebben door hun werk op Melusi Jezus leren kennen en komen nu ook naar de kerk. Dat is bijzonder om te zien! Deze mensen komen in diepe nood om te vragen om een baan. Als ze een morgen werken krijgen ze een voedselpakket. Dat is hard nodig! Geld geven we niet, omdat dat vaak naar verkeerde dingen gaat. Ze gaan dus naar huis met brood, groenten, maismeel, limonade, thee, soepmix en nog meer. Maar dat is niet het enige. Veel van deze mensen gaan naar huis met veel meer dan eten. Ze gaan naar huis met het licht van Jezus in hun hart! Dat is zo bijzonder! Jezus verandert mensenlevens en ik ben zo dankbaar dat ik daar een deel van kan zijn! Zeven stonden er vorige week maandag op de stoep. Allemaal verslaafd aan drugs en allemaal wilden ze hun leven veranderen. Ze waren wanhopig. De een kwam zelf, de ander werd gebracht door familie. Helaas waren er na een aantal dagen nog maar twee van hen bij ons. De rest was weggestuurd, omdat ze toch weer drugs hadden gebruikt of besloten zelf te vertrekken omdat de drang naar drugs te groot was.
De mannen waar ik het over heb zijn de mannen die we hier bij ons opvangen. Het was de afgelopen week een week vol van leugens en wanhoop. Vol van verhalen van mensen die willen veranderen, maar dat niet meer kunnen, omdat ze zo verslaafd zijn. Of mannen die eigenlijk helemaal niet willen veranderen en weer de straat opgaan. Het zijn trieste verhalen. Vaak weten we niet wat we met ze aan moeten. Moet je ze een tweede kans geven als ze terug zijn gevallen? Maar wat als dat een derde, vierde en vijfde keer gebeurd? Je kan niet altijd kansen blijven geven, want daar help je ze ook niet mee. Maar wat als er eentje huilend aan de deur staat, smekend om nog een kans omdat zijn oom hem er anders uit zal gooien en hij echt op straat komt te staan. Blijf je dan strikt of geef je hem genade? En hoe weet je wat de waarheid is, want de meesten liegen het ene verhaal na het andere? Het zijn lastige vraagstukken op dit moment. We weten vaak niet waar we goed aan doen. Het gebeurt zo vaak dat ze alles aan elkaar liegen. Hoe kan je dan nog helpen? Of dat ze telkens weer terug vallen in hun verslaving. Blijf je maar helpen of is het op een keer klaar? Het probleem van drugsverslaving blijft maar groeien in Zuid-Afrika. Meer en meer mensen raken verslaafd. Helaas zijn ze niet een klein beetje verslaafd, maar zeer ernstig. Het zorgt voor zoveel problemen: ontwrichte gezinnen, veel criminaliteit, geweld en noem maar op. Het is makkelijk om aan drugs te komen en veel drugs zijn hier niet eens duur. Zo raken mensen nog sneller verslaafd. We zien de gevolgen hier op Melusi elke dag. Mannen met gebroken levens. In wanhoop. Geen familie meer, geen plek om te wonen, vol met schaamte en schuld over de dingen die ze hebben gedaan. Sommigen ook vol wrok en bitterheid. Ze zien geen uitweg en de meesten vallen helaas weer terug. Het probleem is dat er maar zeer weinig faciliteiten zijn voor verslaafden in Zuid-Afrika. Afkickklinieken zijn er bijna niet en de paar die er zijn, kosten enorm veel geld. Dat hebben de meeste mensen hier niet. Ook opvangplekken zoals Melusi zijn maar schaars en de meesten zijn niet goed onderhouden. Zo komen meer en meer mannen bij ons. Het zorgt voor grote vraagstukken en we hebben veel wijsheid nodig om met hen om te gaan en hen op een goede manier te helpen. Toch geven we niet op! Er zijn er wel die veranderen. Kijk bijvoorbeeld naar het verhaal van Mzo (zie blog: Whoongaboys van 19-11-2018). We namen afgelopen week afscheid van Bheki. Hij kwam ook binnen als een gebroken man en had geen plek om naar toe te gaan. Hij is afgelopen week verhuisd naar een opvang voor ouderen. Voor zover weten gaat het goed met hem daar. Ook baba Bongani verliet ons afgelopen week. Hij had een familie gevonden waar hij bij mag wonen. In tranen nam hij afscheid van ons. Hij was meer dan een jaar op Melusi. Het viel hem zwaar om afscheid te nemen. We hopen dat het goed met hem zal gaan! Gelukkig woont hij dichtbij, dus we kunnen hem nog even in de gaten houden. Helaas zijn er ook heel veel die weer op de straat of in de township belanden. Zij zijn niet sterk genoeg om de verslaving te overwinnen of willen het niet meer. Ze hebben geen hoop. Dat is heftig om te zien. We bidden dat ze bij ons de levende Hoop vinden: Jezus! Hij is de enige die echt levens kan veranderen. Wat ze dan ook maar hebben gedaan of waar ze ook maar vandaan komen. Bidden jullie mee voor een verandering in hun levens? Stel je voor: je bent vijf jaar en woont samen met je twee zusjes, je licht verstandelijk gehandicapte moeder en je vader in een hutje van modder in een heel arme wijk. Je loopt altijd in vieze kleren en hebt altijd honger. Er is namelijk geen eten in huis, want het weinige geld dat er binnenkomt wordt ingepikt door vader en daar wordt vervolgens alcohol van gekocht. Je moeder is eigenlijk niet helemaal in staat om voor je te zorgen… Zo gaan de dagen voorbij en in de situatie komt niet echt verandering.
Of stel je voor: je bent zestien en woont samen met je moeder, je oma en je drie broertjes in een hutje van modder op het erf van iemand anders die jullie heeft toegestaan om daar een hutje te bouwen als je maar betaalt. Op een dag brandt jullie hutje af en je oma had het nog net op tijd door, zodat je moeder nog naar buiten kan komen. Ze verbrand wel haar nek en haar arm. Door de brand verliezen jullie alles. Het weinige dat jullie hadden is weg. Ook je schooluniform en je boeken zijn verbrand. Zolang je geen nieuwe kan regelen wordt je niet getolereerd op school… Of stel je voor: je bent een meisje van elf en woont bij je oma. Je oma is al heel erg oud en kan niet meer zien. Daarom doe jij het hele huishouden: je kookt, maakt schoon en zorgt voor je oma. Er zijn nog wel wat oudere broers en neven thuis, maar die doen niks en zijn verslaafd aan drugs en alcohol. Soms ga je een dagje niet naar school, omdat oma dan naar het ziekenhuis moet of naar het dorp en jij moet mee om haar te helpen. En als laatste, stel je voor: je bent zeven en je woont samen met je oma, je moeder, je twee tantes, je broertje, je zusje en je vier neefjes en nichtjes in een piepklein huisje van modder. Er is nauwelijks genoeg ruimte voor iedereen om te slapen. Je oma heeft de hoop opgegeven op een beter leven en je moeder en je tantes hebben het ene na het andere vriendje. Er is geen goed voorbeeld thuis en geen echte liefde. Het duizelt je misschien even of misschien lees je dit en gaat het het ene oor in en het andere oor uit. Een ver-van-je-bed show. Ik kan het me voorstellen. Voor mij was dit vaak ook zo. Maar sinds ik hier in Melusi leef is dit de harde realiteit en het lijkt wel alsof ik meer en meer kinderen ontmoet die een verhaal hebben als de kinderen hierboven. Het is geen ver-van-mijn-bed-show meer, het is echt! Het raakt me en het breekt mijn hart. Er zijn momenten waarop ik ze wel allemaal mee naar huis zou willen nemen en ze lekker in bad zou willen stoppen, samen met ze wil eten en ze ’s avonds in bed zou willen stoppen met de geruststelling dat het veilig is en dat ze lekker kunnen slapen. Toch weet ik dat dat helaas niet mogelijk is. Ik kan ze niet bij hun ouders weghalen en dat is niet mijn taak. Ik kan doen wat ik kan doen. We kunnen samen een uurtje een spelletje doen tijdens kidsclub en ik kan hen verzekeren dat ze dat uurtje veilig zijn. Of we kunnen samen een schaaltje yoghurt eten en een verhaaltje lezen als ze weer eens langs komen met hun moeder om brood te vragen, want het eten is weer op. We kunnen eventjes kletsen en grapjes maken als we bij oma op bezoek ben. We kunnen samen spelen bij de kinderkerk. Even een knuffel of een high five. Even oogcontact en ze laten merken dat ze er mogen zijn. Soms kunnen we simpelweg samen zitten. Een kind op mijn schoot. Even een veilig plekje. Ze kunnen komen tijdens kampen, we nodigen hen uit voor de kinderkerk en we doen wat we kunnen om hun thuissituaties te verbeteren door te helpen met eten en scholing en contact op te nemen met de social workers. Helaas werkt het overheidssysteem enorm traag en gebeurt er vaak maar weinig. Ik zou zo graag meer willen doen en het is een strijd voor mij. Het doet me pijn als ik ze na kidsclub weer thuis breng of als ze samen met hun moeder de poort uitlopen. Ik weet waar ze naartoe gaan en ik weet dat ze niet veel liefde krijgen. Ik zou graag zoveel meer doen. Toch weet ik dat we doen wat we kunnen en dat ik het verder aan God moet overlaten. Bidden jullie mee voor deze kinderen? Bidden jullie mee dat God hen zal beschermen en hen zal omarmen? En bidden jullie mee dat Hij ons wijsheid zal geven, hoe we het beste kunnen helpen? Afgelopen week hebben we dat wel honderd keer gezongen. Al na de eerste dag was dat het favoriete liedje en werd het gelijk gedownload door de paar die een telefoon hadden en elke keer zongen ze het weer. Het raakte me! Ik hoop dat die waarheid in hun harten zal blijven! Ik heb het over onze nieuwe discipelen. Elk jaar kiezen we weer een nieuwe groep om ook deel te nemen aan het discipelschapsprogramma. Tieners waarvan we weten dat ze een relatie met God hebben en ook willen leren en met ons mee willen doen met de activiteiten die we voor kinderen organiseren.
Het was een bijzondere week! Van tevoren weet je nooit hoe het een groep gaat worden en hoe ze samen zullen werken en samen zullen zijn die week. Maar vanaf het begin was deze groep een groep. Het was zo gaaf om te zien hoe ze samen lol hadden, samen kletsten en elkaar hielpen. We deden veel die week. Heel veel spelletjes. Wat hadden we een lol samen! Ik heb geleerd dat Zulu’s hele sterke tanden hebben. We hadden twee natte t-shirts bevroren en die moesten ze losmaken en aantrekken. Wat waren ze fanatiek! Zelfs met hun tanden probeerden ze de shirts los te maken. Dat doe ik ze niet na! We bouwden torens van lege flessen en bekers, keerden een kleed om zonder de grond te raken, maakten geblinddoekt vormen met een touw en noem maar op. We hebben veel gelachen, maar het toonde ook hoe we konden samenwerken. Het kamp was niet alleen maar plezier. We hadden ook veel momenten waarop we bijbelstudie deden en keken naar wat het betekende om een kind van God te zijn. In de morgen deed ik het altijd samen met een groepje meiden. Bijzonder om dat te horen wat er in hun hart leeft. Ook leerden we hen hoe ze een verhaal kunnen vertellen aan kinderen en hoe ze een spel kunnen voorbereiden. Ze gingen mee op outreach en we leerden over wat Jezus bedoelt als Hij Zijn discipelen de voeten wast. Al met al was het een afwisselende en uitdagende week. Ik was enorm moe na al die late avonden, maar het was het zo waard! Op zaterdag nodigden we veel kleine kinderen uit voor een funday. De tieners hielpen met het verhaal en de spelletjes. Het was hun eerste keer, dus je moet een beetje flexibel zijn. Maar ze deden het zo goed! Ik ben trots op ze! Het was een week waar ik enorm van genoot. Het was gaaf om te zien hoe ze genoten van kleine dingetjes zoals warme chocolademelk, een leuk spel of de film. Maar dat was niet wat me het meeste raakte. Op zondagmorgen vroegen we twee van de meiden of ze in de kerk iets wilden vertellen over hoe het kamp voor hen was geweest. Ik stond versteld van wat ze deelden. Daar stonden ze voor in de kerk te getuigen dat ze kinderen van God zijn en dat God echt leeft. Ze deelden hoe ze die afgelopen week hadden gezien dat God in hun harten had gewerkt en dat Hij hen uitgedaagd had om meer op Hem te vertrouwen. We hadden bijna geen preek meer nodig die morgen. Zij deelden iets wat echt was! Het ontroerde me… Nu zijn ze allemaal weer naar huis. Dat is vaak lastig voor ze! Want thuis zijn er geen andere christenen om hen heen en moeten ze het alleen doen. Bidden jullie mee voor hen? Dat ze dat lied in hun hoofd zullen blijven houden en zullen blijven onthouden dat ze kinderen van God zijn en dat niets en niemand dat van hen kan afnemen! “Geanne, ik werk nu bij het tankstation. Het is hard werken en ik werk zes dagen in de week. Maar ik verdien ermee en nu spaar ik. Maar ik spaar niet alleen voor mezelf. Ook voor mijn zusje.” Zijn ogen beginnen te glimmen als hij over haar begint. “Ze zit nu in grade 10 (dat is ongeveer klas vier van de middelbare school) en ze is superslim. Ze is heel vaak bijna de beste van de klas. Zij is een meisje en ik zorg als grote broer voor haar. Ze kan nog niet zelf sparen, maar ze moet gaan studeren. Daarom spaar ik voor haar.” Dat simpele verhaal zette me stil. Deze jongen heeft verantwoordelijkheidsgevoel en je kon de liefde in zijn ogen zien voor zijn zusje. Zijn naam is Sfundo en hij is een van onze discipelen. Ik ben trots op hem. Hij werkt niet alleen en spaart voor zijn zusje, maar heeft zich ook ingeschreven bij het leger en is bezig met zijn rijbewijs. Hij zit niet bij de pakken neer, al heeft hij het niet makkelijk thuis. Het is bijzonder om te zien hoe hij ervoor gaat en volhardt in de dingen die hij doet.
Ik sprak Sfundo afgelopen vrijdag. We hadden een middag voor al onze discipelen. Dat zijn onze tieners die een speciaal programma met ons doen over Jezus volgen, leren om een leider te zijn in grote en kleine dingen en ze helpen ons met veel kinder- en jeugdwerk. We zien ze elke week wel, maar elke maand hebben we een middag speciaal voor hen. Het is goed om elkaar te ontmoeten, samen spelletjes te doen, te zingen en samen na te denken over een onderwerp. Ik geniet altijd van deze middagen en van de kleine gesprekjes met onze tieners. Het is gaaf om een beeld te krijgen van hun leven. Ze zijn dapper!! Tegelijkertijd weten ze nog zo weinig en worstelen ze met veel vragen en verleidingen. Deze vrijdag hadden we een speciale middag voor de oudsten van onze discipelen. Ondertussen zijn ze al meer dan vier jaar discipel en de groep groeit en groeit. Elk jaar krijgen we er weer nieuwe bij. Tegelijkertijd ontgroeien ze sommige dingen ook. Het bracht ons op het idee om afscheid van hen te nemen en hen door te laten stromen in een programma voor jonge leiders. Zo krijgen de jonge discipelen meer kans om te helpen met kampen en kidsclubs en kunnen de ouderen doorgroeien op hun eigen niveau. Vandaar dat we die vrijdag afscheid van hen namen in het discipelschapsprogramma. We reikten iedereen een soort van diploma uit met daarop wat ze allemaal hebben gedaan. Niet dat ons programma daarom draait. We willen dat ze groeien in geloof! Maar ze hebben veel vrijwilligerswerk gedaan en wie weet helpt deze ervaring hen bij het zoeken naar een baan. Het was bijzonder om te zien hoe blij ze waren en hoe trots! Ik ben ook trots op hen! Ze zijn echt gegroeid en hebben zoveel geleerd de afgelopen jaren. Ik ben benieuwd hoe het verder zal gaan met het programma voor jonge leiders. Het is voor het eerst dat we dat gaan doen. Bidden jullie mee dat het tot zegen zal zijn voor deze jongeren? Tegelijkertijd groeit onze discipelgroep ook weer verder. Eind deze maand hebben we een speciaal kamp voor een aantal jongeren die ook mee gaat doen in de groep van discipelen. Een week lang draaien ze mee op de missie, trainen we hen om bijvoorbeeld een Bijbelverhaal te vertellen en geven we hen veel input over het volgen van Jezus. We hebben zin in deze week! Deze kampen vind ik altijd erg leuk! Veel tijd voor persoonlijke gesprekken en tijd om plezier samen te hebben. Bidden jullie mee voor dat kamp? Dat er meer en meer jongeren als Sfundo zullen opstaan en echt Jezus zullen volgen? Dat is ons verlangen voor deze groep! Een generatie in Zuid-Afrika die leeft volgens Gods bedoelingen en geen compromissen sluit! Ze is een oude mevrouw van in de tachtig. Ze zorgde voor een lange tijd voor meer dan tien kleinkinderen. Ondertussen zijn het er niet zoveel meer, maar een aantal woont nog steeds bij haar. Ze is zo goed als blind door de staar. Ze is meerdere malen naar het ziekenhuis gegaan, maar de lijst met wachtenden is lang. Ook is het niet goed geregeld in het ziekenhuis, want het wachten alleen maar langer maakt. Samen met de kinderen woont ze in een oud huisje en veel inkomen hebben ze niet. Er is geen stromend water en elektriciteit.
Ik heb het over gogo Ida. Gogo betekent oma in Zulu. Elke donderdagmiddag bezoeken we haar. In het begin vond ik het altijd moeilijk om met haar te communiceren, maar het gaat steeds beter. Gogo spreekt Afrikaans, dat heeft ze geleerd op de boerderij waar ze vroeger werkte. Omdat Afrikaans zoveel op Nederlands lijkt kan ik ook wel wat spreken. Met haar Afrikaans gemixt met Zulu en het mijne gemixt met Nederlands komen we meestal een heel eind en kunnen we samen lachen en grapjes maken, maar ook over serieuze dingen praten. Ik ben van deze gogo gaan houden. Samen hebben we hele conversaties. Het is bijzonder om te merken wat er in deze oma omgaat. Ze heeft veel meegemaakt. De oudere kleinkinderen zorgden lange tijd voor veel onrust. Ze gebruikten drugs en stalen van alles van oma. Ook maakten ze het huis onveilig en zaten ze geregeld in de gevangenis. Gogo stond machteloos. Gelukkig is het op dit moment wat rustiger. Een van de grootste onruststokers is vermoord afgelopen jaar in een gevecht om drugs. Dat is natuurlijk heel erg, maar het zorgt nu wel voor meer rust. Ook zijn er anderen verhuisd. Haar blindheid baart gogo grote zorgen. Het maakt het moeilijker en moeilijker voor haar om zich te bewegen en zelf dingen te doen zoals koken en naar de kerk te komen. Ze vindt het lastig om daarmee om te gaan. Het beperkt haar enorm. Afgelopen jaren had ze vaak last van haar maag en we hebben er vaak voor gebeden. God heeft dat toen echt genezen. Dat was een wonder! Nu vroeg ze me de afgelopen weken waarom God haar ogen niet geneest, want daar hebben we ook voor gebeden. Reële vragen! Ik kan het me zo voorstellen dat ze ze heeft. Wat moet je dan zeggen? Ik zou het haar ook zo gunnen dat de blindheid weg zou gaan. Deze oma is een voorbeeld voor mij! Lang niet altijd hebben we echt door wat ze denkt en waar ze staat in haar geloof. Toch gaat ze zo dapper door met het zorgen voor haar kleinkinderen en komt ze regelmatig naar de kerk. Ik geniet van deze kleine bezoekjes en van de grapjes die we samen kunnen maken. Ik heb bewondering voor haar doorzettingsvermogen en moed. Deze vrouw heeft zoveel meegemaakt en toch heeft ze niet opgegeven. Bidden jullie mee voor haar dat God heel dichtbij haar zal zijn op haar hoge leeftijd en haar kracht zal geven voor het leven van elke dag? U hebt de kleine kinderen geleerd U volmaakt te prijzen. Hun voorbeeld zal uw vijanden en hen die op wraak zinnen, beschaamd doen staan en tot zwijgen brengen! – Psalm 8:2
Het was tijdens het oefenen voor de aanbidding tijdens onze conferentie afgelopen paasweekend. We waren druk bezig met de laatste liedjes oefenen terwijl een aantal van de allereerste kinderen al binnen kwamen druppelen. Een van hen was kleine Khanyiso. Hij is denk ik zo’n vijf jaar oud en komt uit een van de armste delen van Dundee. Zijn moeder is niet in staat om goed voor hem te zorgen en deze kleine jongen heeft een hard leven. Toch kwam hij naar onze conferentie op die vrijdagmorgen. Hij stond ineens naast ons op het podium en begon mee te zingen en daar stond hij met zijn handen in de lucht God te prijzen. Het gaf me kippenvel. Het deed me denken aan Psalm 8. Kleine kinderen die God prijzen, het schrikt de vijand af en brengt hem tot zwijgen. Het stopte niet bij Khanyiso. Het hele weekend was ik deel van het aanbiddingsteam en leidde ik de kids en de tieners tijdens het zingen. Het was zo bijzonder om te merken dat ze gaandeweg de liedjes leerden kennen en uit volle borst zongen over Jezus die leeft! Het waren momenten die me enorm raakten. Deze kinderen en tieners komen voor het overgrote merendeel uit onchristelijke gezinnen, zitten vast in voorouderverering en verslavingen. Toch hoorden ze dit weekend over Jezus die leeft en die in onze harten wil leven. Hij leeft in ons! ‘Jesus is alive’ was het thema van onze conferentie afgelopen weekend. We hadden een enorm gaaf weekend met al deze jeugd. Samen zingen, luisteren naar verhalen en preken, dansen, kijken naar een drama, workshops bijwonen, spelletjes doen en niet te vergeten lunch! Het was allemaal een hele organisatie voor zo’n zeshonderdvijftig mensen. Toch was het zo de moeite waard! Veel van hen werden aangeraakt door God, hoorden voor het eerst echt over Jezus of kwamen met vragen en de vraag om gebed. De conferentie zette me weer stil bij het feit van de enorme nood waar deze jongeren in leven. Er is zoveel onwetendheid, verslaving, er zijn machten die hen in hun greep hebben en velen zitten zo vast in de duisternis. Het is heftig om dat te zien en te merken tijdens de preken en de workshops waar we in kleinere groepjes met hun doorpraatten. Toch kunnen we daar niet bij blijven! Toen ik ze zo hard hoorde zingen over dat Jezus alle macht heeft en dat Hij leeft kon ik niet anders dan glimlachen. Daar kan geen duisternis en duivel tegenop. Hij moet wijken als deze jongeren Jezus gaan prijzen! Het was ook bijzonder om te merken dat God niet alleen in harten werkte, maar ook zo goed voor ons zorgde. Tijdens de eerste dag hadden we gerekend op vijfhonderd mensen en er waren er uiteindelijk hondervijftig meer. We waren bang dat het niet genoeg zou zijn, maar het was precies voldoende en iedereen had te eten! Op zondag regende het in de morgen en we maakten ons al zorgen hoe we iedereen te eten moesten geven, omdat we met zo’n groep eigenlijk alleen buiten kunnen eten. Precies rondom lunchtijd was het droog. Een ander voorbeeld was dat er veel mensen uit onze kerk kwamen helpen. Een boer die zo’n vijftig kilometer moet rijden naar Melusi kwam speciaal helpen en bracht zijn medewerkers mee om het evangelie te horen. Wat een moeite! Ook waren er veel andere mensen die uit hun nachtdienst kwamen van het ziekenhuis en noem maar op. Wat een bemoedigingen! De conferentie is weer over. De tieners zijn weer allemaal naar huis. Toch hopen we en bidden we dat deze boodschap in hun harten blijft! Dat ze weten dat Jezus leeft en ook in hen leeft! Dat ze hem blijven prijzen en dat de duisternis nog meer zal vluchten. Bidden jullie mee? Bekijk hier nog veel meer foto's of het filmpje! |
Archief
July 2022
|