Nog maar twee weken geleden schreef ik het vorige blog over familie uitbreiding. We waren zo dankbaar dat ons Melusi team groter werd. Dat was enorm goed nieuws. Weinig wisten we toen nog maar van alle gebeurtenissen die zouden volgen.
Natuurlijk volgden we als team het nieuws en we hoorden over het coronavirus in Azië en Europa. Het waren nare verhalen en we maakten ons een beetje extra zorgen over onze familie en vrienden. We missen hen met zulk nieuws extra. Naarmate de weken verstreken werd het nieuws steeds serieuzer en we wisten dat het ook Zuid-Afrika niet voorbij zou gaan. Het was wachten tot het ook ons zou bereiken. Op 16 maart hield onze president hier zijn eerste toespraak met de eerste maatregelen: geen grote bijeenkomsten, zo min mogelijk reizen en bepaalde vluchten werden geschrapt. Dat zorgde ook voor ons als Melusi team dat we dingen moesten gaan aanpassen: geen kerkdiensten, geen kidsclubs, geen tieneractiviteiten en geen MYC (onze jaarlijkse jeugdconferentie). Het was moeilijk voor ons om deze beslissingen te nemen, want natuurlijk willen we geen bedieningen stopzetten, maar er was geen keuze. We willen de regering gehoorzamen en ook ons team, maar vooral onze kwetsbare mannen en mensen uit de sloppenwijk beschermen. Ik kom met al mijn vragen Al wat ik niet begrijp Ik kom met alle twijfel in mijn hart Ik kom zoals ik ben Toen we net een heel klein beetje beseften wat dit allemaal voor ons zou betekenen, veranderde de situatie opnieuw. Twee dagen na de eerste maatregelen, begon het steeds duidelijker te worden dat de vluchten naar Europa zouden stoppen. Voor ons allemaal een moment om na te denken. Willen we hier in Zuid-Afrika blijven of is het beter om naar ons eigen land te gaan. Voor ons als kernteam was dat misschien wat makkelijker dan voor ons shorttermers. We weten dat we hier geroepen zijn en juist nu willen we hier dienen. We hebben niets om naar terug te gaan in ons eigen land, behalve dat we natuurlijk onze families missen. De shorttermers zijn hier maar voor een korte tijd en nu de vluchten zouden stoppen en het niet duidelijk is wanneer ze weer gaan starten, was het voor hen misschien beter om naar huis te gaan. Ze hadden allemaal plannen voor na de zomer of zelfs al voor eerder. Toch is dat een beslissingen die je niet wilt nemen. Niemand wilde eerder weg en het was emotioneel niet makkelijk. De dag erna volgden diverse emails van verschillende ambassades. De boodschap was duidelijk: als je niet in Zuid-Afrika hoeft te zijn, kun je beter maar vertrekken. Het besluit werd genomen om al onze shorttermers naar huis te sturen. Het was emotioneel en iedereen was verdrietig. We besloten hen een paar dagen te geven om afscheid te nemen en probeerden vluchten te boeken voor een week later. Toen we daarmee bezig waren, kwam het bericht dat iedereen binnen 72 uur zou moeten vliegen, anders was er geen garantie op een vlucht. Dat bericht sloeg natuurlijk in als een bom. Diezelfde avond boekten we vluchten voor hen vijven. De volgende morgen moesten we afscheid nemen en die avond zaten ze al in het vliegtuig op weg naar Europa. Tussen het moment van de beslissing en het moment dat ze Melusi verlieten zat niet eens 24 uur. Voor hen en voor ons een traumatische ervaring. Op de ochtend van het afscheid werden veel tranen gelaten en het was voor ons allemaal een raar weekend. We wisten in ons hart dat het een wijze beslissing was, maar ons gevoel en onze emoties zeiden natuurlijk wat anders. Een van deze meiden was er al twee jaar. Het was naar om hen op deze manier te laten gaan. Ik geef U al mijn zorgen De lasten die ik draag Ik geef U al wat ik te bieden heb Ik geef U alles terug We hadden een paar dagen om bij te komen, totdat we de maandag erna, op 23 maart hoorden dat Zuid-Afrika in lockdown zou gaan. Gelukkig gaven ze ons drie dagen om ons voor te bereiden. Het werden drukke dagen. We wilden goed voorbereiden en deden veel boodschappen voor de keuken en regelden veel zodat de mannen gewoon door kunnen gaan met werken. Ze hebben al veel problemen en als ze de hele dag gaan rondhangen, wordt het alleen nog maar erger. Dus dat betekende veel spullen kopen bij de bouwmarkt en snel plannen maken. Daarnaast dachten we samen na over hygiëne en welk plan we hebben voor als een van ons of een van onze mannen die we opvangen het virus zouden krijgen. En nu zitten we in lockdown. Het is een rare gewaarwording. Niemand erin of eruit, alleen voor de hoognodige boodschappen. We kunnen ook niet naar ‘onze’ mensen in de township. Dat is misschien nog wel het naarste. We weten dat ze het moeilijk hebben. Zij kunnen niet in quarantaine. Ze leven met enorm veel mensen op een kleine oppervlakte en moeten voor de simpelste dingen naar buiten: om water te halen, om hout te verzamelen om te koken, om eten te kopen want ze kunnen geen voorraadje aanleggen omdat ze daar simpelweg het geld niet voor hebben en noem maar op. De townships zijn niet veilig en veel mensen lappen de wet aan hun laars. Het is een heel naar idee dat we niet naar hen toe kunnen en dat zij niet bij ons kunnen komen. We bidden veel voor hen en we bidden dat het virus daar niet zal komen, want dat zou een ramp betekenen. Zoveel mensen dicht op elkaar en geen goede gezondheidszorg. Ik richt mijn ogen op U En ik kijk naar Uw gezicht En alles om mij heen vervaagt In Uw liefdevolle licht Want ik weet hoe goed mijn God is Ja, Ik weet hoe goed mijn God is Naast alle zorgen gaat het gelukkig goed met ons als team en ook met onze dakloze en verslaafde mannen. We zijn dankbaar dat we hen mogen en kunnen dienen en dat we een veilige plek voor hen kunnen maken. We zijn dankbaar dat we dit samen als Melusi familie kunnen dragen. Het is zo goed dat we elkaar hebben. We zijn dankbaar voor ons terrein. In ieder geval kunnen de kinderen buiten spelen op het terrein en kunnen ook wij naar buiten. We zijn dankbaar dat we de financiële middelen hadden om extra dingen te kopen voor de keuken (we koken nog steeds elke dag voor zo’n 50 mensen) en om het werkprogramma voor de mannen door te kunnen laten gaan. We zijn dankbaar dat we weten dat onze God regeert en dat Hij alles in Zijn handen heeft. We voelen en merken dat Hij voor ons zorgt en daar houden we ons aan vast. God is trouw en God is zo goed! Alles is enorm veranderd in een paar weken tijd en dat is soms moeilijk om te accepteren. Het is zo gek dat we zoveel dingen niet meer kunnen doen. Maar we vertrouwen op onze God en we weten dat Hij Melusi ook door dit seizoen heen zal dragen. Bidden jullie mee voor onze mensen en kinderen in de townships? Om Gods bescherming en ook al kunnen ze nu niet naar Melusi komen, dat ze toch op een of andere manier herinnerd worden aan de dingen die ze hebben geleerd in de kerk, de kidsclubs en de tieneractiviteiten? En bidden jullie ook voor onze mannen? Veel van hen hebben geen goede gezondheid en je merkt dat ze een beetje bang worden van al het nieuws. Wat de wereld mij ook brengt Elk obstakel op mijn weg Ik weet hoe goed mijn God is Wat de toekomst ook zal zijn Ik heb deze zekerheid Ik weet hoe goed mijn God is U bent zo goed, U bent zo goed, Dank U Vader. U bent zo goed, U bent zo goed, Dank U wel. U bent zo groot, U bent zo groot, Halleluja! U bent zo groot, U bent zo groot, U bent God! Geciteerd lied: Reyer van Dongelen, Ik weet hoe goed mijn God is, 201
2 Comments
Er zijn dagen waarop ik besef dat ik een bevoorrecht mens ben! In veel opzichten, maar ook als het gaat om mijn familie. Natuurlijk heb ik mijn familie in Nederland en ik hou heel veel van hen. Het is soms naar dat ik hen niet veel zie en ik mis hen zeker. Maar ik heb nog een familie en dat is mijn Melusi familie. Voor sommigen zal dat misschien een beetje gek klinken: die mensen zijn toch geen familie van je? Ja en nee. Natuurlijk zijn we geen biologische familie, maar aan de andere kant voelen ze wel als familie.
Omdat we op Melusi samen leven en werken, zien we elkaar dagelijks en hebben we veel contact. Dat maakt natuurlijk dat je op zo’n nauwe manier betrokken bent op elkaar, dat je veel om elkaar gaat geven. Daarnaast, en misschien is dat wel het belangrijkste, geloven we dat we allemaal, vooral wij als vast team, door God geroepen zijn om hier te zijn en delen we de passie en de visie die God ons heeft gegeven om hier te dienen. Dat maakt ook dat we samen een familie zijn. Onze Melusi familie, of ons Melusi team als we over het werk praten, bestaat uit een vaste groep van drie gezinnen, een echtpaar en ik. Samen dragen wij de verantwoordelijkheid en zijn we het nauwst op elkaar betrokken. Daarnaast hebben we natuurlijk onze shorttermers uit Europa en Australië. Deze, vooral jonge, mensen komen voor een aantal maanden en gaan dan weer. Dat is erg fijn, want zonder hen kunnen we het niet. Het komt ook met de nodige uitdagingen, maar zo is het leven nooit saai. We zijn dankbaar dat we elke keer mensen hebben. We hebben echter ook heel hard mensen nodig die voor langere tijd willen blijven. Sinds een paar weken hebben we hier een echtpaar uit Duitsland die waarschijnlijk voor langere tijd willen blijven. Het spannende is dat ze geen lange termijn visum hebben gekregen, maar we hopen en bidden dat dat nog zal worden opgelost. Natuurlijk zijn we erg dankbaar voor hen en we hopen dat dat de druk op ons als vast team wat zal verlichten. Maar voor een langere tijd zijn we al aan het nadenken over het feit dat we graag meer lokale mensen in het team en in onze Melusi familie willen hebben. Vooral ook Zulu mensen die de lokale taal en cultuur goed kennen. We kunnen niet alleen maar bouwen op mensen uit Europa en Australië en we beseffen meer dan ooit dat het krijgen van visa steeds moeilijker wordt. Dat niet alleen: we hebben mensen nodig die de cultuur kennen en daar deel van zijn. We hebben nu sinds een paar jaar Bonginkosi en Nothando in ons team, samen met hun kleine baby Siyanqoba. Het is erg fijn dat ze deel van ons uitmaken! Maar één Zulu echtpaar is niet genoeg. Sinds twee weken zijn we daarom begonnen aan een soort van experiment. We hebben twee van onze lokale jongeren uitgenodigd om ook een half jaar als shorttermers in Melusi te wonen en te werken: Lungi en Jack. We kennen beiden al voor een langere tijd. Lungi ontmoetten we jaren geleden tijdens de kidsclub en ze is blijven komen. Later werd dat tienerbijbelstudie, de kerk en ze heeft haar leven aan Jezus gegeven. Jack maakte kennis met Melusi door onze voetbaloutreach en is daardoor ook tot geloof gekomen. Beiden deden mee aan ons discipelschapsprogramma en hebben veel geleerd. Eigenlijk hadden zowel Lungi als Jack voor dit jaar plannen om te studeren, maar dat werd helaas geen werkelijkheid, omdat het in Zuid-Afrika niet zo makkelijk is om een studieplekje te bemachtigen. Vandaar dat we hen hebben uitgenodigd voor een soort van tussenjaar en maken ze deel uit van onze Melusi familie. Voor hen een grote stap! Het is niet makkelijk om als Zulu ineens in een blanke leefgemeenschap te gaan wonen. Veel dingen doen wij, als voornamelijk westerlingen, zo anders dan zij gewend zijn. Een andere manier van leven, ander eten, een andere manier van communiceren, andere verwachtingen en noem maar op. Ze kennen ons natuurlijk, maar hier wonen en werken, is nogal wat anders dan komen voor bijbelstudie, een voetbaltraining of een kamp. Het is een dappere stap die ze hebben gezet! Er zullen nog wel wat uitdagingen voor ons liggen en waarschijnlijk zullen we van beide kanten weleens struikelen over dingen. Maar we zijn zo dankbaar voor onze familie uitbreiding! Het is zo gaaf dat deze jongeren samen met ons willen dienen en willen helpen in Melusi. We hopen en bidden dat dit een begin is van een nieuw seizoen voor ons en dat meer mensen Jack en Lungi zullen volgen. We geloven dat God plannen heeft en dat dit daar een deel van is. Bidden jullie mee voor ons als team en voor deze dappere jongeren? |
Archief
July 2022
|