Soms gebeuren er dingen die ons enorm bepalen bij de werkelijkheid om ons heen. Een werkelijkheid die helaas duister is en vol van de dood. Dat klinkt niet positief en helaas kan ik er niet meer van maken. Het wordt alleen soms zo normaal voor ons. Afgelopen weekend maakten we zo’n gebeurtenis mee, waardoor we weer zo bepaald werden met de werkelijkheid waarmee we te maken hebben.
Vorige week kregen we het verdrietige nieuws dat gogo Ida overleden was. Ze was sinds jaren deel van onze gemeente en we bezochten haar elke donderdagmiddag om een voedselpakket te brengen en even te praten. Ook wilde ze altijd dat we voor haar baden. We hadden een bijzondere band met deze oude oma. Ze had geen makkelijk leven. Van haar 15 kinderen, zijn er 13 overleden. Bizar om te bedenken hoeveel verdriet deze vrouw heeft gehad. Ook was haar familie niet zonder zorgen. Ze zorgde voor talloze kleinkinderen. Veel van hen gingen helaas het slechte pad op en begonnen drugs te gebruiken. Deze jongens namen de boel over en stalen vaak van de oma. Vooral toen ze ouder werd en ook blind werd, had ze het niet meer onder controle. Het was moeilijk om te zien hoe ze daaronder leed. Toch hebben we ook mooie herinneringen aan deze oma. Zo vroeg ze bijvoorbeeld elke week of ik al een vriendje had. En ik moest haar beloven dat hij van hier zou komen, want ze wilde niet dat ik weer naar Nederland zou gaan en ze me niet meer zou zien. We moesten altijd lachen om haar stelligheid. Toch kon ze ook serieus zijn. Soms wist je niet zo goed hoe ze over alles dacht, maar ze had ook haar heldere momenten. Een keer vertelde ze ons dat ze heel duidelijk een bijbelvers in haar droom had gehoord: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want van hen is het Koninkrijk van de hemel’. En ik denk dat dat stond voor wie gogo was. Zo simpel, maar ik geloof dat ze een kind van God was. Voor deze oma is het beter om bij Jezus te zijn, na alle zorgen en narigheid in haar familie. Tegelijkertijd is deze familie helaas niet veranderd. Op die bewuste zaterdagmorgen gingen we met een aantal van ons team naar de begrafenis. Die was natuurlijk apart tijdens de lockdown. Officieel mogen we begrafenissen hebben met maximaal 50 personen en iedereen moet een mondkapje op. Ook zijn er strenge hygiëneregels. De familie deed haar best, maar Afrika blijft Afrika. Natuurlijk kwamen er meer dan 50 mensen. Toch verliep in dat opzicht alles redelijk goed. Helaas kan er over de rest niet zoveel goeds gezegd worden. Ze hadden ons gevraagd bij te dragen aan de dienst, omdat deze oma deel was van onze kerk. We wisten in ons achterhoofd wel dat deze familie een puinhoop was, maar toch raakt het je altijd weer als je het ziet. Terwijl de laatste voorbereidingen voor de dienst werden gedaan, stonden de kleinzoons van deze oma buiten de drugs te roken en werden high. Wat een contrast. Het kon ze allemaal niet schelen. Van het moment dat we begonnen met de dienst en we de kist vanuit het huis naar buiten droegen de tent in, waar de dienst werd gehouden, begon de voorouderverering. Er werden rituelen gedaan en gepraat tegen het lichaam. Het was naar om te zien hoe deze mensen gevangen zitten in de duisternis. Er werd gezongen tot God, maar tegelijkertijd werden de voorouders aangeroepen. Toen Stephan, mijn teamgenoot, begon met zijn preek, begonnen er twee oudere dames te gillen en schreeuwen. Eigenlijk niet zij, maar de geesten die in hen leven. Deze geesten willen niks weten van Jezus en zodra Zijn Naam genoemd werd begon de herrie. Het was een geestelijke strijd die even zo ontzettend zichtbaar werd. Toen we later op de begraafplaats stonden en Stephan weer begon over Jezus, begonnen de dames ook weer. Het was triest om te zien. We zijn niet bang en we weten dat Jezus overwinnaar is. Hij is sterker! Maar deze mensen zitten zo gevangen in de duisternis. Maar wat me het meeste raakte, gebeurde na de begrafenis. Deze oma zorgde nog steeds voor twee van haar jongere kleinkinderen: Sabelo van negen en Thobeka van dertien. Deze kids leefden bij oma en kunnen niet in het huis blijven. De oudere, verslaafde jongens kunnen geen zorg voor hen dragen. Hun moeder heeft hen nooit willen hebben en hen bij oma gedumpt. Nu hebben deze kinderen geen thuis meer. We merkten dat aan alles. Sabelo was tijdens de hele begrafenis of bij ons of bij zijn juf die veel voor hem doet en ook was gekomen. Hij was po zoek naar een klein beetje liefde en aandacht. We hadden het er al over gehad met de familie dat we konden helpen als ze hulp nodig hebben. Na de begrafenis kwam deze kleine jongen op ons af en zei: ‘Ze hebben gezegd dat ik moet kiezen waar ik ga wonen: mama of tante’. Het raakte me zo. Hoe kan je een negenjarige laten kiezen? Het getuigt van onverschilligheid. Deze moeder heeft haar kinderen nooit gewild en wil ook nu haar kinderen niet. Deze kids zijn zo verloren. Het mooie is dat Sabelo naar een betere school gaat, omdat een van onze teamleden die weer vertrokken is naar Duitsland, hem sponsort. Maar hij heeft een goed thuis nodig. De afgelopen dagen hebben we meegeleefd en zijn we ook bij een familiemeeting geweest. Het lijkt erop dat de tante wel voor Sabelo wil zorgen en dat zijn zusje naar haar moeder gaat. Maar toch blijft het triest. We hopen dat ze hun beloften nakomen en ook echt van de kinderen gaan houden. We hopen en bidden dat er dingen zullen veranderen in deze familie. Dat ze zich misschien op een of andere manier zullen herinneren wat er tijdens de begrafenis is gezegd en dat ze Jezus zullen vinden: van de verslaafde jongens, tot de oude vrouwen die zo verstrikt zitten in een valse godsdienst. We bidden ook dat de kids een goed thuis krijgen en dat ze weten dat ze geliefd zijn. We bidden dat Gods licht zal schijnen in de duisternis in deze familie. Bidden jullie mee?
0 Comments
|
Archief
July 2022
|