Gods genade. We praten er zo makkelijk over. Iedereen kent het bijbelvers dat zegt dat Gods kracht zichtbaar is in zwakheid en Zijn genade altijd genoeg. Toch is het heel anders om daaruit te leven. We willen graag sterk zijn en het allemaal zelf oplossen.
Het zijn onzekere tijden in Melusi, zoals overal op deze wereld. We kunnen maar weinig plannen en elke weer veranderen er weer dingen. Er zijn zeker dingen waar we ons zorgen om maken: ons kleine team en niemand die vanuit Europa kan komen op dit moment en onze ministries die we telkens weer moeten veranderen. Maar we dachten als team ook veel aan dit bekende bijbelvers de laatste maand. Gods genade is genoeg. Hij zorgt voor ons op zoveel manieren! Een van de dingen waar we erg dankbaar voor waren, was onze tijd met Kerst en Oud en Nieuw. Het zijn altijd moeilijke dagen voor de dakloze en verslaafde mannen die we opvangen. Veel van hen hebben geen goede herinneringen aan feestdagen in het verleden. Sommigen weten niet eens meer wanneer de laatste keer was dat ze Kerst nuchter hebben gevierd. Ook hebben veel geen contact meer met hun families en is er veel pijn en gebrokenheid. We proberen altijd extra aandacht aan hen te besteden deze dagen. We konden zien hoeveel ze het waardeerden dat we samen tijd doorbrachten, lekker aten en zelfs een klein cadeautje gaven: een t-shirt met een woord van hoop erop. We hopen en bidden dat ze deze dagen niet snel zullen vergeten en dat deze woorden op de t-shirts zullen spreken in hun levens. Daarnaast zagen we in grote en kleine dingen dat God voorziet. In de week voor kerst geven we de mannen en vrouwen die in onze tuin werken altijd een groter voedselpakket en wat extra voor de feestdagen. Op dit moment zijn er rond de tachtig mensen die bij ons werken. Meestal krijgen we donaties en is het niet zo heel erg moeilijk om deze pakketten samen te stellen. Maar dit jaar was er niet veel. Zelfs tot op de laatste dag wisten we niet goed wat we in de pakketten moesten stoppen. Tot die laatste morgen. De zuivelfabriek belde dat er een grote donatie was voor ons. We reden op en neer met de auto om het op te halen en aan het einde van de middag was de hele koelcel vol met eten dat we uit konden delen. God wist precies wat er nodig hadden. Omdat we de groep mensen die in de tuin werken uitgebreid hebben, was er nog wat mogelijk. Sinds een poosje hebben we een tweedehands tractor. Dat maakt het mogelijk om onze tuin uit te breiden. Onze grote groententuin is een enorme zegen en voedt heel erg veel mensen. Daar zijn we zo dankbaar voor! Deze weken geloof je soms je ogen niet als je kijkt naar alles wat er geoogst wordt. Ook dat is een geschenk van God! Maar door de tractor konden we een stuk land waar altijd alleen gras groeide ploegen en zo kunnen we nu nog meer groenten planten. Ook dat is Gods genade. Genoeg om voor te danken en het maakt ons stil als we dit allemaal zien. Jazeker, er zijn grote uitdagingen en veel onzekerheden. Zeker nu deze pandemie maar voort lijkt te duren en we geen plannen kunnen maken voor de toekomst. De situatie rondom de visa is nog altijd enorm onzeker en ons team is klein. Maar we weten dat Gods genade genoeg is voor elke nieuwe dag en dat is het vertrouwen waarmee we het nieuwe jaar ingaan!
0 Comments
“Geanne, kunnen we alsjeblieft een stukje van de tijd op outreach gebruiken? Mijn dochter heeft een Bijbelverhaal voorbereid met de kinderen en ze wil het graag aan jullie laten zien!” Tot mijn verrassing kwam mama Nomusa naar me toe op een dinsdag in de keuken. Ze wilde graag dat we op woensdag niet meteen startten met ons programma tijdens outreach, maar haar dochter had wat voorbereid. Toen we daar op woensdag kwamen, was alles geregeld. Er waren al ontzettend veel mensen die altijd op haar terrein wachtten op het uitdelen van het voedsel. Vaak lezen we eerst een stukje uit de bijbel en bidden we met hen. Maar nu had mama Nomusa’s dochter een verrassing voor ons. Samen met alle kinderen had ze een sketch voorbereid over Bartimeus. Met tranen in onze ogen keken we toe hoe deze tieners en kinderen het verhaal van redding vertelden aan de hele buurt.
Deze woensdagmiddag staat niet op zichzelf. Er ging een lang verhaal aan vooraf. Het begon allemaal aan het begin van dit jaar. Op 15 maart hadden we onze laatste kerkdienst in Melusi. Het was toen bekend dat we in lockdown zouden gaan en geen enkele bijeenkomst zou meer zijn toegestaan. Dat betekende dat ook voor de kinderen dit de laatste kidschurch zou zijn op Melusi. Het deed ons pijn om te stoppen: met de kerkdienst voor de volwassenen, maar zeker ook voor de kinderen. Elke zondag hadden we ruim 150 kinderen die met zoveel enthousiasme naar de kerk kwamen. Waar zouden ze nu terecht kunnen en zouden ze nog wel over Jezus horen? Bijna al deze kinderen komen uit gezinnen waar er niemand gelooft. Op dat moment hadden we nooit kunnen dromen dat God een heel speciaal plan had voor deze kinderen. Gedurende de maanden in lockdown gebeurde er iets bijzonders. Mama Maria besloot dat ze niet alleen de kinderen zou blijven voeden, zoals ze elke zondag en woensdag deed. Ze wilde meer doen dan dat. Ze besloot om als de kinderen kwamen voor eten, ook met hen te zingen en hen een verhaal te vertellen. Ze wilde kerk houden bij haar thuis! Zo begon, heel klein, een kidschurch in de township. Niet veel later zag onze keukenmama Nomusa dat en ze besloot dat ze dat ook wilde doen voor de kinderen uit haar buurt. (Voor het hele verhaal, check even deze blog). Het bleef niet bij deze twee vrouwen. Nog twee vrouwen uit de gemeente, Love en Sylvia, begonnen kidschurch bij hen thuis. Op vier plekken komen de kinderen op zondag bij elkaar en horen ze een Bijbelverhaal, zingen ze samen en krijgen ze eten. Hoe bijzonder is dat!! Waar wij machteloos stonden door alle regelgeving en vooral ook door ons enorm kleine team, maakte God de weg vrij voor iets nieuws. We hadden nooit kunnen dromen dat dit zou gebeuren. Een paar zondagen geleden besloten we een kort bezoekje te brengen aan de vier kleine kerkjes. Het vulde ons hart met vreugde! Het was zo bijzonder om dit te zien gebeuren. De vrouwen gaven wel aan dat ze wat hulp konden gebruiken, omdat dit echt iets nieuws voor ze is. Zo besloten we elke week een simpel bijbelverhaal op papier te zetten en hen wat tips te geven hoe ze het aan de kinderen kunnen vertellen. Ze hebben totaal geen ervaring, maar dat maakt helemaal niet uit, zagen we wel op die bewuste woensdag op outreach. Het was het verhaal van zondag daarvoor dat de dochter van mama Nomusa had gebruikt voor de sketch met de kinderen. Zo creatief! Het maakt ons zo blij om te zien dat God aan het werk is in de harten van deze vrouwen en ook hun families. Niet alleen mama Nomusa’s dochter helpt, ook andere jonge meiden helpen met de kidschurches. We geloven dat God dit werk zal zegenen en niet alleen de harten van de kinderen zal aanraken, maar ook de harten van deze tieners en vrouwen. God is trouw en Hij baant wegen waar wij het niet verwachten of zelfs maar kunnen voorstellen. Bidden jullie mee voor onze kleine kinderkerkjes en voor deze vier dappere dames? Verandering. Dat is toch wel een woord dat dit jaar goed omschrijft. Op Melusi zijn we wel gewend aan verandering, maar toch ervoeren we het dit jaar anders. Vandaar dat het weer hoog tijd is voor een update vanaf Melusi.
De afgelopen maanden is er weer veel gebeurd. Er is veel om erg dankbaar voor te zijn. Doordat de besmettingen in Zuid-Afrika daalden, werden de maatregelen steeds een beetje versoepeld. Dat geeft hoop! Voor ons betekende dat, dat we eindelijk weer bepaalde dingen kunnen opstarten. Begin oktober hadden we onze eerste kerkdienst sinds het begin van de lockdown. Het was zo goed om mensen weer te zien en samen God te aanbidden. We waren er stil van hoeveel mensen weer zo graag naar de kerkdienst kwamen. Het was een feestje! Helaas is het voor ons op dit moment onmogelijk om de kidschurch weer op te starten. We zouden met veel teveel kinderen zijn en om aan alle maatregelen te voldoen lijkt ons een onmogelijk opdracht met zoveel kleintjes. Daar komt bij kijken dat ons team heel erg klein is. We zouden het nooit aankunnen. Maar misschien is het ook helemaal niet nodig dat we weer kidschurch op Melusi doen. Drie vrouwen uit de gemeente houden elke zondag kidschurch bij hen thuis in de township. Ze zingen samen, vertellen de kids een bijbelverhaal en alle kinderen kunnen na afloop blijven eten. Zo bijzonder hoe God in hun harten aan het werk is. Dat maakt ons stil en dankbaar! We ondersteunen hen nu met elke week een korte uitleg van een Bijbelverhaal en een creatieve verwerking die ze met de kinderen kunnen doen. God verandert mensen en Hij gebruikt hen om Zijn liefde aan anderen uit te delen! Naast de kerk konden we ook weer samenkomen met onze tieners. Eens per maand gaan we weer tienerbijbelstudie houden. Het was gaaf om te zien hoeveel tieners deze eerste vrijdag kwamen. Ook dat maakte ons dankbaar en we hopen dat ze volgende maand weer zullen komen. We willen in november ook weer een of twee kidsclubs te starten en zo de kids te dienen die niet naar een van de kidschurches gaan. Het is ons verlangen om ook de kinderen weer te zien, ook al is het team klein en hebben we niet heel veel opties. Al het werk op de missie gaat ook door. Onze mannen komen en gaan en hebben nog altijd veel zorg en aandacht nodig. Ook de keuken vergt de nodige aandacht. Het wordt weer zomer en dat betekent heel veel groenten uit de tuin. Dat houdt ons wel bezig in de morgens. Maar het is ook iets om dankbaar voor te zijn. God voorziet en zegent ons met zoveel van Zijn goedheid. Helaas zijn niet alle veranderingen positief. Er is een ding in het bijzonder waar we ons grote zorgen om maken is ons team en of we dat weer uitgebreid kan worden. Het heeft te maken met visa. Het was altijd al een spannend iets om een visum aan te vragen. We wisten nooit zeker of mensen het zouden krijgen en voor hoe lang. Het was een grillig proces en we hadden er maar weinig invloed op. De afgelopen jaren werd het steeds moeilijker. De hele pandemie heeft dit proces alleen maar verslechterd. Op dit moment weert Zuid-Afrika bepaalde landen. Dat maakt dat de ambassades op dit moment helemaal geen visa uitgeven. Wanneer dat wel weer het geval gaat zijn, weet niemand. Ondertussen is ons team erg klein en er willen wel mensen komen. Helaas kunnen die nu niet komen, doordat ze simpelweg geen visum kunnen aanvragen. Het is een spannende tijd en we wachten af wat er gaat gebeuren. Genoeg dus om erg dankbaar voor te zijn, maar ook veel om voor te bidden. Bidden en danken jullie met ons mee? We vertrouwen erop wat God zegt in Jesaja 12: ‘God, Hij is mijn Redder. Ik heb een vast vertrouwen, ik wankel niet, want de Heer is mijn sterkte, Hij is mijn beschermer. Hij heeft mij redding gebracht.’ - Jesaja 12:2 Nu alles draait om corona en de lockdown, zouden we bijna vergeten dat het ‘normale’ leven ook doorgaat. Zo ook het leven op de missie en het zorgen voor onze dakloze en verslaafde mannen. Die zijn er nog steeds, lockdown of niet. In deze blog wil ik jullie een klein inkijkje geven in een aantal korte verhalen van mannen die op dit moment bij ons wonen.
Op dit moment hebben we niet heel veel mannen bij ons wonen. Dertien in totaal. Toch zijn er genoeg verhalen te vertellen. Het is niet voor niets dat ze hier zijn helaas. Veel van hen hebben een heel verleden en allemaal hebben ze wat bijzonders. Een van de mannen die hier al langere tijd is, is een boom van een vent: Jason. Hij is meer dan twee meter en iedereen kijkt naar hem op. Toch is hij in zijn hart net een kleine jongen die veel aandacht nodig heeft. Hij komt vaak langs mijn huis, want hij houdt enorm van katten. Dan komt hij even met mijn kat knuffelen. Het is aandoenlijk om te zien. Helaas heeft Jason in zijn leven veel drugs gebruikt en deze drugs hebben zijn hersenen ernstig beschadigd. Hij kan niet veel onthouden en vergeet alles. Ook valt hij regelmatig zomaar flauw en heeft hij dagen waarin hij in bed ligt met erge hoofdpijn. Het is triest om te zien. Het is naar om te bedenken dat er eigenlijk geen goede instelling is waar hij permanent kan wonen en dat zijn familie hem niet wil. Wat logisch is na alles wat gebeurd is, maar toch is het moeilijk voor hem. Naast Jason hebben we ook twee wat oudere Zulumannen: Joseph en Bheki. Trouw wiedt Joseph elke dag onkruid en hij is zo trots als hij ziet dat de bloemen in de tuin goed groeien. Dat komt volgens hem omdat hij al het onkruid weghaalt. Bheki moeten we altijd in de gaten houden. Die is liever lui dan moe en gaat regelmatig even ‘rusten’ als hij naar zijn mening te lang in de tuin heeft gewerkt. Deze twee mannen hebben een groot probleem. Ze hebben namelijk geen officiële identificatiepapieren. Geen ID, geen paspoort en geen geboorteakte. Daardoor zijn ze eigenlijk illegaal en het probleem is dat ze daardoor geen pensioen krijgen. Eigenlijk zouden ze in het bejaardentehuis kunnen wonen, maar daar hebben ze nu geen geld voor. We proberen hen te helpen om alle papieren in orde te krijgen, maar dat is erg lastig. Ze hebben geen familie of geen contact meer met familie, dus er is niemand die kan bewijzen wie zij zijn. Het zal nog een lange weg zijn om dit te regelen. Peace, Phakamani en Luyanda zijn ook al een tijdje bij ons. Het zijn jonge jongens. Luyanda zit zelfs nog op school. Luyanda heeft geen familie en woonde in een verlaten huis in de township, samen met drugsverslaafde jongeren. Dat was geen veilige plek voor hem. Toen we hem daar tegenkwamen, hebben we geregeld dat hij bij ons kan wonen. Het is een naar idee dat hij nog maar achttien is en alleen op de wereld is. Peace is de clown van het stel. Hij kan enorm gek doen en dansen. We moeten vaak om hem lachen. Tegelijkertijd kan zijn humeur zo omslaan en dan kan hij zo boos worden dat een vechtpartij niet uitgesloten is. Door alle omstandigheden kan hij niet thuis zijn. Phakamani is heel wat rustiger dan de rest. Hij is eigenlijk behoorlijk ziek en zit niet goed in zijn vel. Toch doet hij zijn best en probeert hij mee te doen aan alles. Dat is bewonderenswaardig! Zo hebben ze allemaal een verhaal. Het zijn verhalen waarin veel verdriet en gebrokenheid schuilt. Veel van hen hebben door hun verslavingen geen of weinig contact meer met hun familie en vrienden en hebben niks meer. Sommigen hebben veel motivatie om te veranderen, anderen zoeken alleen maar een tijdelijk plekje om te wonen. De bediening onder onze mannen vinden we een van de moeilijkste. Er zijn helaas zoveel mannen die terugvallen in verslaving of niet op een goede manier vertrekken. Dat is teleurstellend!! Toch geven we niet op voor hen te zorgen en onze grootste wens is dat ze Jezus leren kennen in de tijd dat ze hier bij ons zijn. Bidden jullie mee voor onze mannen? Sinds de lockdown is begonnen in Zuid-Afrika, merken we de grote gevolgen. De werkelijkheid is dat voor veel mensen de lockdown betekent dat er geen werk is en dus ook geen inkomen. Geen inkomen betekent simpelweg: geen eten. Mensen leven bij de dag en hebben geen spaarrekening. Zo begonnen onze outreaches er anders uit te zien. In plaats van kidsclub en tienerbijbelstudie, gaan we nu rond met de auto om voedselpakketten uit te delen en mensen te ondersteunen.
Een van de gebieden waar we heen gaan is Dlamini. We kwamen daar elke woensdagmiddag voor bijbelstudie en kidsclub. Nu met voedsel. Maar we merken dat de mensen niet alleen honger hebben naar lichamelijk voedsel, ze hebben Jezus nodig. De afgelopen weken brak ons hart meerdere malen toen we zagen hoeveel duisternis er is in deze gemeenschap. Ik neem jullie mee op onze outreach. Een van de huizen waar we wekelijks langs gaan is van Slindile. Ze leeft met haar dochter en twee kleindochters en haar zwaargehandicapte zoon in een klein hutje. Er waren tijden waar het beter ging met haar. Ze werkte bij ons in de tuin en de keuken en ze kwam naar de kerk. Maar een echte verandering was er nooit. En telkens weer bleek Slindile terug te vallen in haar verslaving: alcohol. Het laatste jaar ging het niet goed met haar. Het was triest om te zien en het was moeilijk om te aanvaarden dat het leek alsof deze vrouw niet wilde veranderen. Een paar weken geleden kwamen we met het voedselpakket en vonden we haar op straat. Ze kon bijna niet lopen en niet eens op een stoel gaan zitten toen we met haar wilden praten. Het bleek dat ze zichzelf gebrand had aan de hete olie. Haar hele buik en benen zaten in het verband en ze leed vreselijke pijn. Het brak ons hart om haar zo te zien. Het ziekenhuis had haar naar huis gestuurd en ze moest maar terugkomen om het verband te wisselen. Ze kon niet eens lopen. Hoe moest ze dat doen? En ze leeft in het stof en de modder. Haar wonden zouden gaan ontsteken. Daar stonden we dan: machteloos. We kunnen haar een lift geven naar het ziekenhuis en we kunnen haar eten geven, maar meer niet. Wat we kunnen is bidden. De duisternis is zo sterk in haar leven, maar we bidden dat deze situatie haar leven echt zal veranderen en dat ze zal zien dat Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven is. Iets verderop woont Matrina. Ze is een vrouw van middelbare leeftijd en ze was een paar dagen voor we kwamen bij onze keukenmama Nomusa gekomen. Ze weet dat Nomusa Jezus kent en bij ons naar de kerk gaat. Ze vroeg of wij voor haar konden bidden als we weer kwamen. Dus leidde Nomusa ons naar Matrina’s kleine huisje. Ze vertelde ons dat ze worstelt met een boze geest. Ze kan niet slapen en deze geest beheerst haar helemaal. Toen we voor haar baden, begon de geest te spreken en we wisten dat hij daar was. Ook een paar dagen later toen we weer kwamen, was Matrina er meteen en hebben we voor haar gebeden. Dat is wat we kunnen. Wij staan machteloos, maar we hebben een Heer die machtiger is! We hebben haar verteld over Jezus en gezegd dat ze vaker moet komen en ook naar mama Nomusa moet komen voor hulp. We bidden en geloven dat deze geest zal moeten wijken voor Jezus en dat Hij Matrina echt vrij kan maken. Weer een paar huizen verderop woont Saba met heel veel kinderen. Deze vrouw is altijd aan het ‘relaxen’ als we komen en is niet gemotiveerd om voor de kids te zorgen. Ook haar brengen we eten. Het is soms met pijn in ons hart, want ze zou gemotiveerd moeten zijn om wat te doen. Het is moeilijk om te zien hoe onverschillig deze vrouw is. Tegelijkertijd heeft ze ook banden met de sangoma’s, de traditionele genezers en ze is niet geïnteresseerd in Jezus. Een van de kids wel. Hij heeft een bijbel en leest erin. Dat is bijzonder om te zien. Opnieuw kunnen wij de situatie niet veranderen, maar Jezus wel. Dus we blijven bidden voor een verandering in Saba’s hart. Naast Saba woont onze keukenmama Nomusa. De volgende stop tijdens onze outreach. Ze kookt op zondag voor alle kinderen in de buurt en als we extra’s hebben zoals yoghurt en sap, geven we dat ook aan haar voor de kids. Als we met de auto aan komen rijden, staat er al een heel stelletje kinderen te dansen en te springen. Zo blij zijn ze dat we komen. Ze helpen allemaal om de auto uit te laden en al het eten bij mama Nomusa naar binnen te brengen. Ook is er steevast een groepje vrouwen dat wacht op een voedselpakket. Mama Nomusa heeft hen verteld over ons. Voordat we weg gaan roept mama Nomusa iedereen bij elkaar en moeten we bidden en delen we soms wat uit de bijbel. Dit is een plek waar Gods licht schijnt!! Mama Nomusa heeft het niet altijd makkelijk, maar ze geeft niet op. We danken Jezus voor wat Hij daar doet. Aan het einde van de outreach komen we nog bij Khanyiso en zijn familie. Het is een klein jongetje dat een beetje scheel kijkt. Social distancing is niet mogelijk bij hem. Zo gauw ik uit de auto stap, krijg ik een hele dikke knuffel. Zo blij is hij dat we er zijn. Ook hen brengen we een voedselpakket. Het breekt mijn hart als ik hem en zijn zusjes zie. Hun moeder is mentaal niet sterk en eigenlijk verstandelijk gehandicapt en de vader is onverschillig en drinkt. Deze kinderen zijn verwaarloosd. Het breekt mijn hart. Helaas kunnen we hier zo weinig veranderen. Ik zou de kids wel mee naar huis willen nemen. Vaak wil Khanyiso ons ook niet laten gaan. Hij blijft maar aan mijn rok hangen totdat we echt in de auto moeten stappen. Het is moeilijk om te zien hoe deze kinderen opgroeien. Geen echt thuis hebben. Maar opnieuw kunnen we bidden dat God iets verandert voor deze kinderen. Dit zijn maar een paar mensen die we tegenkomen op woensdagmiddag. Er zijn er zoveel meer. Als team bidden we veel voor deze mensen, omdat we geloven en weten dat Jezus dingen kan veranderen. Mama Nomusa is daar een voorbeeld van. Bidden jullie met ons mee? Jezus zegt dat Hij hier van ons verwacht
Dat wij zijn als kaarsjes brandend in de nacht Aan deze regel uit een kinderliedje moest ik ineens denken toen ik nadacht over mama Nomusa en wat er met haar gebeurde de afgelopen weken. Gods licht schijnt zo vaak in kleine hoekjes en door mensen die door de wereld veracht worden en niet zo belangrijk zijn in de ogen van anderen. Dat is zo bijzonder! Voor degenen die mijn blog al langer volgen is mama Nomusa’s verhaal een bekend verhaal. Drie jaar geleden bekeerde zij zich radicaal van een traditionele genezeres naar een volgeling van Jezus (als je dat even bent vergeten, lees dan deze blog). Uit de duisternis kwam zij in het licht. Haar kaarsje ging branden voor Jezus. Al snel verzamelde zich in haar huis een groepje vrouwen op woensdagmiddag en hadden we een Bijbelstudie tijdens onze outreaches. Ook kwam ze bij ons op de missie in de keuken werken en kwam ze op zondag naar de kerk. Haar geloof begon vrucht te dragen. Zoals voor de meesten van ons heeft het coronavirus veel dingen op zijn kop gezet. Zo ook voor mama Nomusa. Door de lockdown die we hebben in Zuid-Afrika kan ze op dit moment niet bij ons in de keuken werken. Ze was oprecht verdrietig op de laatste dag voordat alles op slot ging. Ze vroeg ons hoe ze het ‘alleen’ moest doen. Op de missie is ze omringd door andere christenen en nu zou ze voor weken en maanden thuis zijn, zonder al te veel gelovigen om haar heen. Dat maakte haar ongerust. We beloofden haar dat we zouden doen wat we konden. Naarmate de lockdown vorderde en we een vergunning kregen om voedselpakketten uit te delen, gingen we ook wekelijks langs bij mama Nomusa om haar eten te brengen. Wat we daar zagen, maakte ons stil. Al toen ze bij ons werkte in de keuken, deelde ze haar voedselpakket met de kinderen van haar buren die weinig hebben en een moeder die niet voor hen zorgt. Maar nu was ze nog veel meer eten aan het uitdelen aan de kinderen uit de buurt. Omdat we veel donaties kregen van de zuivelfabriek, besloten we haar extra te geven voor alle kinderen. Op een woensdag kwamen we aan bij haar huis en alle kinderen stonden al te wachten. Ze had keurig de yoghurt klaar staan en alle kinderen hadden thuis een kopje of een schaaltje gehaald. Zo kregen ze allemaal yoghurt. Het verliep allemaal zo rustig. Dat was bijzonder om te zien. Geen ruzie, geen geduw en getrek. Toen we dat zagen, moesten we denken aan mama Maria. Aan haar geven we mieliemeal en groenten, omdat ze elke zondag en woensdag voor alle kinderen uit haar buurt kookt. We vroegen aan mama Nomusa of ze dat ook wilde doen tijdens deze lockdown. Ze werd helemaal enthousiast. Meteen riep ze alle kinderen bij elkaar en vertelde hen dat ze op zondagmorgen moesten komen. Dan zouden ze eerst samen bidden en liedjes zingen, want ze kunnen niet naar de Melusikerk komen. Daarna zouden ze dan samen eten. Zo gezegd, zo gedaan. Van een donatie kochten we een grote pan voor haar en we gaven haar de ingrediënten om een maaltijd voor de kids te maken. Die zondag waren er ruim vijftig kids bij haar voor de kinderkerk en een maaltijd. Mama Nomusa liet haar licht schijnen! Helaas weten we ook dat de duisternis het licht haat. Net na deze mooie zondag, werd mama Nomusa’s zoon neergestoken door een van de buren. Na een ruzie, maar mama Nomusa zegt ook dat deze buur haar stukje land wil hebben en jaloers op haar is. Dat is hier helaas heel gewoon in de Zulucultuur. Het raakte haar diep en gaf haar natuurlijk een gevoel van onveiligheid. Die woensdag was ze niet in een goede bui. Het was moeilijk voor haar. Toch gaf ze niet op. Toen we een paar dagen later weer kwamen getuigde ze van Jezus’ licht dat in haar hart scheen en dat ze niet op zou geven. Ze zou weer voor de kids koken. En Hij wenst dat ieder tot Zijn ere schijn Jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn Mama Nomusa laat haar lichtje schijnen in een donker hoekje. Deze vrouw is zo dapper! In het midden van de duisternis in haar omgeving, getuigt ze van Jezus’ liefde. Ze heeft zelf bijna niks en deelt toch uit aan de kinderen in haar omgeving. Bidden jullie mee voor haar? En volgen jullie haar voorbeeld? Ik denk dat iedereen wel een donker hoekje kan vinden om te schijnen. Soms gebeuren er dingen die ons enorm bepalen bij de werkelijkheid om ons heen. Een werkelijkheid die helaas duister is en vol van de dood. Dat klinkt niet positief en helaas kan ik er niet meer van maken. Het wordt alleen soms zo normaal voor ons. Afgelopen weekend maakten we zo’n gebeurtenis mee, waardoor we weer zo bepaald werden met de werkelijkheid waarmee we te maken hebben.
Vorige week kregen we het verdrietige nieuws dat gogo Ida overleden was. Ze was sinds jaren deel van onze gemeente en we bezochten haar elke donderdagmiddag om een voedselpakket te brengen en even te praten. Ook wilde ze altijd dat we voor haar baden. We hadden een bijzondere band met deze oude oma. Ze had geen makkelijk leven. Van haar 15 kinderen, zijn er 13 overleden. Bizar om te bedenken hoeveel verdriet deze vrouw heeft gehad. Ook was haar familie niet zonder zorgen. Ze zorgde voor talloze kleinkinderen. Veel van hen gingen helaas het slechte pad op en begonnen drugs te gebruiken. Deze jongens namen de boel over en stalen vaak van de oma. Vooral toen ze ouder werd en ook blind werd, had ze het niet meer onder controle. Het was moeilijk om te zien hoe ze daaronder leed. Toch hebben we ook mooie herinneringen aan deze oma. Zo vroeg ze bijvoorbeeld elke week of ik al een vriendje had. En ik moest haar beloven dat hij van hier zou komen, want ze wilde niet dat ik weer naar Nederland zou gaan en ze me niet meer zou zien. We moesten altijd lachen om haar stelligheid. Toch kon ze ook serieus zijn. Soms wist je niet zo goed hoe ze over alles dacht, maar ze had ook haar heldere momenten. Een keer vertelde ze ons dat ze heel duidelijk een bijbelvers in haar droom had gehoord: ‘Gelukkig wie nederig van hart zijn, want van hen is het Koninkrijk van de hemel’. En ik denk dat dat stond voor wie gogo was. Zo simpel, maar ik geloof dat ze een kind van God was. Voor deze oma is het beter om bij Jezus te zijn, na alle zorgen en narigheid in haar familie. Tegelijkertijd is deze familie helaas niet veranderd. Op die bewuste zaterdagmorgen gingen we met een aantal van ons team naar de begrafenis. Die was natuurlijk apart tijdens de lockdown. Officieel mogen we begrafenissen hebben met maximaal 50 personen en iedereen moet een mondkapje op. Ook zijn er strenge hygiëneregels. De familie deed haar best, maar Afrika blijft Afrika. Natuurlijk kwamen er meer dan 50 mensen. Toch verliep in dat opzicht alles redelijk goed. Helaas kan er over de rest niet zoveel goeds gezegd worden. Ze hadden ons gevraagd bij te dragen aan de dienst, omdat deze oma deel was van onze kerk. We wisten in ons achterhoofd wel dat deze familie een puinhoop was, maar toch raakt het je altijd weer als je het ziet. Terwijl de laatste voorbereidingen voor de dienst werden gedaan, stonden de kleinzoons van deze oma buiten de drugs te roken en werden high. Wat een contrast. Het kon ze allemaal niet schelen. Van het moment dat we begonnen met de dienst en we de kist vanuit het huis naar buiten droegen de tent in, waar de dienst werd gehouden, begon de voorouderverering. Er werden rituelen gedaan en gepraat tegen het lichaam. Het was naar om te zien hoe deze mensen gevangen zitten in de duisternis. Er werd gezongen tot God, maar tegelijkertijd werden de voorouders aangeroepen. Toen Stephan, mijn teamgenoot, begon met zijn preek, begonnen er twee oudere dames te gillen en schreeuwen. Eigenlijk niet zij, maar de geesten die in hen leven. Deze geesten willen niks weten van Jezus en zodra Zijn Naam genoemd werd begon de herrie. Het was een geestelijke strijd die even zo ontzettend zichtbaar werd. Toen we later op de begraafplaats stonden en Stephan weer begon over Jezus, begonnen de dames ook weer. Het was triest om te zien. We zijn niet bang en we weten dat Jezus overwinnaar is. Hij is sterker! Maar deze mensen zitten zo gevangen in de duisternis. Maar wat me het meeste raakte, gebeurde na de begrafenis. Deze oma zorgde nog steeds voor twee van haar jongere kleinkinderen: Sabelo van negen en Thobeka van dertien. Deze kids leefden bij oma en kunnen niet in het huis blijven. De oudere, verslaafde jongens kunnen geen zorg voor hen dragen. Hun moeder heeft hen nooit willen hebben en hen bij oma gedumpt. Nu hebben deze kinderen geen thuis meer. We merkten dat aan alles. Sabelo was tijdens de hele begrafenis of bij ons of bij zijn juf die veel voor hem doet en ook was gekomen. Hij was po zoek naar een klein beetje liefde en aandacht. We hadden het er al over gehad met de familie dat we konden helpen als ze hulp nodig hebben. Na de begrafenis kwam deze kleine jongen op ons af en zei: ‘Ze hebben gezegd dat ik moet kiezen waar ik ga wonen: mama of tante’. Het raakte me zo. Hoe kan je een negenjarige laten kiezen? Het getuigt van onverschilligheid. Deze moeder heeft haar kinderen nooit gewild en wil ook nu haar kinderen niet. Deze kids zijn zo verloren. Het mooie is dat Sabelo naar een betere school gaat, omdat een van onze teamleden die weer vertrokken is naar Duitsland, hem sponsort. Maar hij heeft een goed thuis nodig. De afgelopen dagen hebben we meegeleefd en zijn we ook bij een familiemeeting geweest. Het lijkt erop dat de tante wel voor Sabelo wil zorgen en dat zijn zusje naar haar moeder gaat. Maar toch blijft het triest. We hopen dat ze hun beloften nakomen en ook echt van de kinderen gaan houden. We hopen en bidden dat er dingen zullen veranderen in deze familie. Dat ze zich misschien op een of andere manier zullen herinneren wat er tijdens de begrafenis is gezegd en dat ze Jezus zullen vinden: van de verslaafde jongens, tot de oude vrouwen die zo verstrikt zitten in een valse godsdienst. We bidden ook dat de kids een goed thuis krijgen en dat ze weten dat ze geliefd zijn. We bidden dat Gods licht zal schijnen in de duisternis in deze familie. Bidden jullie mee? Nog maar twee weken geleden schreef ik het vorige blog over familie uitbreiding. We waren zo dankbaar dat ons Melusi team groter werd. Dat was enorm goed nieuws. Weinig wisten we toen nog maar van alle gebeurtenissen die zouden volgen.
Natuurlijk volgden we als team het nieuws en we hoorden over het coronavirus in Azië en Europa. Het waren nare verhalen en we maakten ons een beetje extra zorgen over onze familie en vrienden. We missen hen met zulk nieuws extra. Naarmate de weken verstreken werd het nieuws steeds serieuzer en we wisten dat het ook Zuid-Afrika niet voorbij zou gaan. Het was wachten tot het ook ons zou bereiken. Op 16 maart hield onze president hier zijn eerste toespraak met de eerste maatregelen: geen grote bijeenkomsten, zo min mogelijk reizen en bepaalde vluchten werden geschrapt. Dat zorgde ook voor ons als Melusi team dat we dingen moesten gaan aanpassen: geen kerkdiensten, geen kidsclubs, geen tieneractiviteiten en geen MYC (onze jaarlijkse jeugdconferentie). Het was moeilijk voor ons om deze beslissingen te nemen, want natuurlijk willen we geen bedieningen stopzetten, maar er was geen keuze. We willen de regering gehoorzamen en ook ons team, maar vooral onze kwetsbare mannen en mensen uit de sloppenwijk beschermen. Ik kom met al mijn vragen Al wat ik niet begrijp Ik kom met alle twijfel in mijn hart Ik kom zoals ik ben Toen we net een heel klein beetje beseften wat dit allemaal voor ons zou betekenen, veranderde de situatie opnieuw. Twee dagen na de eerste maatregelen, begon het steeds duidelijker te worden dat de vluchten naar Europa zouden stoppen. Voor ons allemaal een moment om na te denken. Willen we hier in Zuid-Afrika blijven of is het beter om naar ons eigen land te gaan. Voor ons als kernteam was dat misschien wat makkelijker dan voor ons shorttermers. We weten dat we hier geroepen zijn en juist nu willen we hier dienen. We hebben niets om naar terug te gaan in ons eigen land, behalve dat we natuurlijk onze families missen. De shorttermers zijn hier maar voor een korte tijd en nu de vluchten zouden stoppen en het niet duidelijk is wanneer ze weer gaan starten, was het voor hen misschien beter om naar huis te gaan. Ze hadden allemaal plannen voor na de zomer of zelfs al voor eerder. Toch is dat een beslissingen die je niet wilt nemen. Niemand wilde eerder weg en het was emotioneel niet makkelijk. De dag erna volgden diverse emails van verschillende ambassades. De boodschap was duidelijk: als je niet in Zuid-Afrika hoeft te zijn, kun je beter maar vertrekken. Het besluit werd genomen om al onze shorttermers naar huis te sturen. Het was emotioneel en iedereen was verdrietig. We besloten hen een paar dagen te geven om afscheid te nemen en probeerden vluchten te boeken voor een week later. Toen we daarmee bezig waren, kwam het bericht dat iedereen binnen 72 uur zou moeten vliegen, anders was er geen garantie op een vlucht. Dat bericht sloeg natuurlijk in als een bom. Diezelfde avond boekten we vluchten voor hen vijven. De volgende morgen moesten we afscheid nemen en die avond zaten ze al in het vliegtuig op weg naar Europa. Tussen het moment van de beslissing en het moment dat ze Melusi verlieten zat niet eens 24 uur. Voor hen en voor ons een traumatische ervaring. Op de ochtend van het afscheid werden veel tranen gelaten en het was voor ons allemaal een raar weekend. We wisten in ons hart dat het een wijze beslissing was, maar ons gevoel en onze emoties zeiden natuurlijk wat anders. Een van deze meiden was er al twee jaar. Het was naar om hen op deze manier te laten gaan. Ik geef U al mijn zorgen De lasten die ik draag Ik geef U al wat ik te bieden heb Ik geef U alles terug We hadden een paar dagen om bij te komen, totdat we de maandag erna, op 23 maart hoorden dat Zuid-Afrika in lockdown zou gaan. Gelukkig gaven ze ons drie dagen om ons voor te bereiden. Het werden drukke dagen. We wilden goed voorbereiden en deden veel boodschappen voor de keuken en regelden veel zodat de mannen gewoon door kunnen gaan met werken. Ze hebben al veel problemen en als ze de hele dag gaan rondhangen, wordt het alleen nog maar erger. Dus dat betekende veel spullen kopen bij de bouwmarkt en snel plannen maken. Daarnaast dachten we samen na over hygiëne en welk plan we hebben voor als een van ons of een van onze mannen die we opvangen het virus zouden krijgen. En nu zitten we in lockdown. Het is een rare gewaarwording. Niemand erin of eruit, alleen voor de hoognodige boodschappen. We kunnen ook niet naar ‘onze’ mensen in de township. Dat is misschien nog wel het naarste. We weten dat ze het moeilijk hebben. Zij kunnen niet in quarantaine. Ze leven met enorm veel mensen op een kleine oppervlakte en moeten voor de simpelste dingen naar buiten: om water te halen, om hout te verzamelen om te koken, om eten te kopen want ze kunnen geen voorraadje aanleggen omdat ze daar simpelweg het geld niet voor hebben en noem maar op. De townships zijn niet veilig en veel mensen lappen de wet aan hun laars. Het is een heel naar idee dat we niet naar hen toe kunnen en dat zij niet bij ons kunnen komen. We bidden veel voor hen en we bidden dat het virus daar niet zal komen, want dat zou een ramp betekenen. Zoveel mensen dicht op elkaar en geen goede gezondheidszorg. Ik richt mijn ogen op U En ik kijk naar Uw gezicht En alles om mij heen vervaagt In Uw liefdevolle licht Want ik weet hoe goed mijn God is Ja, Ik weet hoe goed mijn God is Naast alle zorgen gaat het gelukkig goed met ons als team en ook met onze dakloze en verslaafde mannen. We zijn dankbaar dat we hen mogen en kunnen dienen en dat we een veilige plek voor hen kunnen maken. We zijn dankbaar dat we dit samen als Melusi familie kunnen dragen. Het is zo goed dat we elkaar hebben. We zijn dankbaar voor ons terrein. In ieder geval kunnen de kinderen buiten spelen op het terrein en kunnen ook wij naar buiten. We zijn dankbaar dat we de financiële middelen hadden om extra dingen te kopen voor de keuken (we koken nog steeds elke dag voor zo’n 50 mensen) en om het werkprogramma voor de mannen door te kunnen laten gaan. We zijn dankbaar dat we weten dat onze God regeert en dat Hij alles in Zijn handen heeft. We voelen en merken dat Hij voor ons zorgt en daar houden we ons aan vast. God is trouw en God is zo goed! Alles is enorm veranderd in een paar weken tijd en dat is soms moeilijk om te accepteren. Het is zo gek dat we zoveel dingen niet meer kunnen doen. Maar we vertrouwen op onze God en we weten dat Hij Melusi ook door dit seizoen heen zal dragen. Bidden jullie mee voor onze mensen en kinderen in de townships? Om Gods bescherming en ook al kunnen ze nu niet naar Melusi komen, dat ze toch op een of andere manier herinnerd worden aan de dingen die ze hebben geleerd in de kerk, de kidsclubs en de tieneractiviteiten? En bidden jullie ook voor onze mannen? Veel van hen hebben geen goede gezondheid en je merkt dat ze een beetje bang worden van al het nieuws. Wat de wereld mij ook brengt Elk obstakel op mijn weg Ik weet hoe goed mijn God is Wat de toekomst ook zal zijn Ik heb deze zekerheid Ik weet hoe goed mijn God is U bent zo goed, U bent zo goed, Dank U Vader. U bent zo goed, U bent zo goed, Dank U wel. U bent zo groot, U bent zo groot, Halleluja! U bent zo groot, U bent zo groot, U bent God! Geciteerd lied: Reyer van Dongelen, Ik weet hoe goed mijn God is, 201 Er zijn dagen waarop ik besef dat ik een bevoorrecht mens ben! In veel opzichten, maar ook als het gaat om mijn familie. Natuurlijk heb ik mijn familie in Nederland en ik hou heel veel van hen. Het is soms naar dat ik hen niet veel zie en ik mis hen zeker. Maar ik heb nog een familie en dat is mijn Melusi familie. Voor sommigen zal dat misschien een beetje gek klinken: die mensen zijn toch geen familie van je? Ja en nee. Natuurlijk zijn we geen biologische familie, maar aan de andere kant voelen ze wel als familie.
Omdat we op Melusi samen leven en werken, zien we elkaar dagelijks en hebben we veel contact. Dat maakt natuurlijk dat je op zo’n nauwe manier betrokken bent op elkaar, dat je veel om elkaar gaat geven. Daarnaast, en misschien is dat wel het belangrijkste, geloven we dat we allemaal, vooral wij als vast team, door God geroepen zijn om hier te zijn en delen we de passie en de visie die God ons heeft gegeven om hier te dienen. Dat maakt ook dat we samen een familie zijn. Onze Melusi familie, of ons Melusi team als we over het werk praten, bestaat uit een vaste groep van drie gezinnen, een echtpaar en ik. Samen dragen wij de verantwoordelijkheid en zijn we het nauwst op elkaar betrokken. Daarnaast hebben we natuurlijk onze shorttermers uit Europa en Australië. Deze, vooral jonge, mensen komen voor een aantal maanden en gaan dan weer. Dat is erg fijn, want zonder hen kunnen we het niet. Het komt ook met de nodige uitdagingen, maar zo is het leven nooit saai. We zijn dankbaar dat we elke keer mensen hebben. We hebben echter ook heel hard mensen nodig die voor langere tijd willen blijven. Sinds een paar weken hebben we hier een echtpaar uit Duitsland die waarschijnlijk voor langere tijd willen blijven. Het spannende is dat ze geen lange termijn visum hebben gekregen, maar we hopen en bidden dat dat nog zal worden opgelost. Natuurlijk zijn we erg dankbaar voor hen en we hopen dat dat de druk op ons als vast team wat zal verlichten. Maar voor een langere tijd zijn we al aan het nadenken over het feit dat we graag meer lokale mensen in het team en in onze Melusi familie willen hebben. Vooral ook Zulu mensen die de lokale taal en cultuur goed kennen. We kunnen niet alleen maar bouwen op mensen uit Europa en Australië en we beseffen meer dan ooit dat het krijgen van visa steeds moeilijker wordt. Dat niet alleen: we hebben mensen nodig die de cultuur kennen en daar deel van zijn. We hebben nu sinds een paar jaar Bonginkosi en Nothando in ons team, samen met hun kleine baby Siyanqoba. Het is erg fijn dat ze deel van ons uitmaken! Maar één Zulu echtpaar is niet genoeg. Sinds twee weken zijn we daarom begonnen aan een soort van experiment. We hebben twee van onze lokale jongeren uitgenodigd om ook een half jaar als shorttermers in Melusi te wonen en te werken: Lungi en Jack. We kennen beiden al voor een langere tijd. Lungi ontmoetten we jaren geleden tijdens de kidsclub en ze is blijven komen. Later werd dat tienerbijbelstudie, de kerk en ze heeft haar leven aan Jezus gegeven. Jack maakte kennis met Melusi door onze voetbaloutreach en is daardoor ook tot geloof gekomen. Beiden deden mee aan ons discipelschapsprogramma en hebben veel geleerd. Eigenlijk hadden zowel Lungi als Jack voor dit jaar plannen om te studeren, maar dat werd helaas geen werkelijkheid, omdat het in Zuid-Afrika niet zo makkelijk is om een studieplekje te bemachtigen. Vandaar dat we hen hebben uitgenodigd voor een soort van tussenjaar en maken ze deel uit van onze Melusi familie. Voor hen een grote stap! Het is niet makkelijk om als Zulu ineens in een blanke leefgemeenschap te gaan wonen. Veel dingen doen wij, als voornamelijk westerlingen, zo anders dan zij gewend zijn. Een andere manier van leven, ander eten, een andere manier van communiceren, andere verwachtingen en noem maar op. Ze kennen ons natuurlijk, maar hier wonen en werken, is nogal wat anders dan komen voor bijbelstudie, een voetbaltraining of een kamp. Het is een dappere stap die ze hebben gezet! Er zullen nog wel wat uitdagingen voor ons liggen en waarschijnlijk zullen we van beide kanten weleens struikelen over dingen. Maar we zijn zo dankbaar voor onze familie uitbreiding! Het is zo gaaf dat deze jongeren samen met ons willen dienen en willen helpen in Melusi. We hopen en bidden dat dit een begin is van een nieuw seizoen voor ons en dat meer mensen Jack en Lungi zullen volgen. We geloven dat God plannen heeft en dat dit daar een deel van is. Bidden jullie mee voor ons als team en voor deze dappere jongeren? ‘Siyabonga, siyabonga! Thank you Jesus, thank you Jesus!’ Het zingen begon in Glencoe, een dorpje op 10 kilometer afstand van Dundee, en het hield niet meer op totdat we in Maseru, Lesotho aankwamen. Een reis van zo’n vijf uur. Soms ging het zo hard dat Stephan, mijn teamgenoot en ik elkaar niet eens konden verstaan. Toch irriteerde het me niet. Ik kon ervan genieten en het bracht een glimlach op mijn gezicht.
Afgelopen weekend ging ik samen met Stephan naar Lesotho. We bezochten een project van een echtpaar dat ook op Melusi deel van ons team was. Ze runnen nu een weeshuis in Maseru, de hoofdstad van Lesotho (www.beautifulgatelesotho.org). Maar we gingen niet alleen. We hadden een aantal mensen uitgenodigd om met ons mee te gaan: Nomusa en Sylvia, onze twee keukenmama’s die mij elke dag in de keuken helpen, mama Smangele, die onze huizen op Melusi schoonmaakt, mama Maria en baba Eric, die zorg dragen voor veel kinderen uit hun kleine gemeenschap en bij wie we op woensdag altijd bijbelstudie doen, en Love, een vrouw uit onze gemeente die trouw helpt tijdens de outreaches. Dat was een bijzondere groep. Stuk voor stuk waren deze mensen nog nooit in een ander land geweest en laat staan zover van huis. Ze wonen allemaal in de township en hebben weinig tot niets te besteden. Dus op vakantie gaan is voor hen geen optie. Toen we deze mensen uitnodigden waren ze zo ontzettend blij. Ze dansten en zongen. Op reis gaan is voor ons zo normaal, maar zij hadden dat nog nooit gedaan. Eerst moesten er paspoorten worden aangevraagd. Dat was totaal nieuw en een hele ervaring. Ze waren zo trots toen de paspoorten er uiteindelijk waren. De weken voor de trip was het een dagelijks gespreksonderwerp. Elke keer weer hoorden we hoeveel zin ze hadden en ze hadden ook honderden vragen. Alles was nieuw voor hen en ze hadden geen idee wat ze moesten verwachten. Het lange wachten werd uiteindelijk beloond. Op zaterdagmorgen 8 februari gingen we eindelijk. Het was een rit van zo’n vijf uur die voornamelijk gevuld met zingen, zingen en nog eens zingen. Ze waren zo blij en zo dankbaar. Het was bijzonder om te zien hoe ze genoten van de schoonheid van Zuid-Afrika. De bergen hadden ze nog nooit gezien en ook de mooie vergezichten en de steden waar we doorheen reden waren hen onbekend. Ze lieten duidelijk horen en zien hoe mooi ze alles vonden en dankten God voor alles. Uiteindelijk kwamen we bij de grens en mochten we Lesotho in. Al snel waren we bij het weeshuis en ze waren opnieuw zo blij om Peter en Lindiwe te zien, de mensen waarbij we de komende dagen zouden logeren. We vulden de dagen met een bezoek aan de lokale kerk, de enorme bergen van Lesotho en natuurlijk hielpen we in het weeshuis en hadden tijd met Peter en Lindiwe. Onze groep bleef zich maar verbazen en van alles genieten. Ik ben nog nooit weg geweest met mensen die zo dankbaar en blij waren. Vol van vreugde. Over alles. Of het nu de bergen waren die ze nog nooit hadden gezien of een lekker ontbijtje, het samen zingen met het personeel van het weeshuis of het doen van de afwas: het was een en al dankbaarheid. De eerste morgen daar kwam ik uit mijn bed en ze hadden het hele huis schoongemaakt en de havermout al gekookt voor het ontbijt. Stephan en ik konden de afwas niet doen, want die was al gedaan voor we de gelegenheid kregen. Elke avond bespraken we wat de hoogtepunten waren van de dag en vaak zongen ze dan weer: ‘Thank you Jesus!’ Het raakte me diep. Ik heb zo genoten van deze dagen met hen samen. Het was heel bijzonder om dit met hen te beleven. Te zien hoe erg ze genoten, maar vooral om te zien hoe dankbaar ze waren en dat ze God prezen voor alles. De kers op de taart kwam op de laatste avond. Tijdens de teammeeting van het team daar hadden onze mama’s hun getuigenis gegeven. Het zijn heftige verhalen, maar ook zulke mooie. Jezus heeft hen echt vrij gemaakt. Een echtpaar van het team daar was erg geraakt en wilde de mama’s graag wat geven. Ze besloten dekens te geven. Dat is een nationaal symbool voor Lesotho. Traditioneel dragen de mensen in de bergen deze dekens, omdat het vaak zo koud is daar. Ook voor onze Zulubevolking zijn dekens een grote rijkdom. Ze hebben ze allemaal nodig in hun schamele hutjes waar het in de winter echt koud is ’s nachts. En dekens zijn duur. Toen we hen vertelden dat de dekens voor hen waren, begonnen ze te dansen en te zingen. Het hield niet op. Opnieuw werd God gedankt en was er zoveel blijdschap! Deze mensen gaven me een les in dankbaarheid. Ze waren dankbaar voor alles: samen zingen, een lekker eitje bij het ontbijt, een snoepje in de auto, een deken, de bergen en noem maar op. Het maakte me stil. We vinden zoveel dingen zo gewoon en denken er niet eens bij na om er dankbaar voor te zijn. En hoe vaak klagen we over kleine dingen die niet volgens ons plannetje gaan? De bijbel zegt dat we vervuld moeten zijn met dankbaarheid. De Engelse vertaling zegt zelfs dat we zouden moeten overstromen van dankbaarheid. Overstromen deden deze mensen zeker! Hoe zit dat met ons? Stromen wij ook over van dankbaarheid? |
Archief
July 2022
|